In samenwerking met ArcheoWest heeft ADC ArcheoProjecten in januari en februari 2021 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Middel Broekweg 85A en omgeving in Honselersdijk, gemeente Westland. De aanleiding is de voorgenomen herverkaveling van het gebied, waarbij oppervlaktewater zal worden gedempt en nieuwe watergangen zullen worden gegraven. Hiervoor is een watervergunning nodig. Voorts zal vooruitlopend op een aanvraag omgevingsvergunning in enkele delen van het gebied een bodemsanering worden uitgevoerd. Tenslotte zijn in het noordwestelijk deel van het plangebied (naast de bestaande bedrijfswoningen aan de Middel Broekweg 83A en de Eerste van Rheenenstraat 42) twee woonkavels voorzien. Hiervoor is een bestemmingsplanwijziging nodig. Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde verwachting opgesteld. Op grond van aardkundige gegevens moet worden aangenomen dat de diepere ondergrond van het plangebied uit strandafzettingen (Laagpakket van Zandvoort binnen de Formatie van Naaldwijk) bestaat. Voor dit niveau geldt een lage verwachting voor resten uit de periode Midden-Neolithicum t/m Midden- IJzertijd. De strandafzettingen zullen naar verwachting zijn afgedekt door dek- en geulafzettingen van de Hoekpolder Laag en de Gantel Laag. In en op de afzettingen van de Gantel Laag moet rekening worden gehouden met archeologische resten uit de Late IJzertijd en de Romeinse tijd. Hiervoor geldt een hoge archeologische verwachting. Een archeologisch niveau zal zich manifesteren als een vegetatiehorizont. Eventuele resten kunnen bestaan uit sporen van nog onbekende nederzettingen of verkavelingsporen. Daarnaast geldt specifiek voor de zone ter plaatse van de huidige Middel Broekweg een verwachting voor het aantreffen van resten van een Romeinse verbindingsweg, van de Hoogwerf in Naaldwijk naar Forum Hadriani in Voorburg. De verwachting voor resten uit de Vroege Middeleeuwen tot en met de eerste helft van de 12e eeuw wordt vanwege de in het gebied heersende natte omstandigheden en mogelijke veenvorming als laag ingeschat. Indien aanwezig zullen zij zich op hetzelfde niveau als de vindplaatsen uit de Late IJzertijd/Romeinse tijd bevinden. Op grond van de ligging op enige afstand van doorgaande wegen en vaarten worden in het grootste deel van het plangebied geen bewoningsresten uit de Late Middeleeuwen (na 1150) en de Nieuwe tijd (tot het eerste kwart van de 19e eeuw) verwacht. Op basis van de kaart van het hoogheemraadschap van Delfland (1712) moet worden aangenomen dat het plangebied aanvankelijk in gebruik was als boomgaard en tuinbouwgrond. Een uitzondering vormt een perceel aan de Middel Broekweg. Ter hoogte van Middel Broekweg 79, in het uiterste zuiden van het plangebied, is op deze kaart sprake van een erf. Als gevolg van intensief gebruik als tuinbouwgrond en de bouw van kassen vanaf het tweede kwart van de 20e eeuw moet in het plangebied rekening worden gehouden met bodemverstoring. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek wijst uit dat de diepere ondergrond, behoudens het uiterste zuidoosten waar een veenpakket (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop) is aangetroffen, hoofdzakelijk uit getijdenafzettingen bestaat. Deze afzettingen zijn toe te schrijven aan de actieve fase van het Gantelsysteem en samen vormen ze de Gantel Laag (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk). In het uiterste noorden, waar een zandpakket is aangeboord, is sprake van een mariene Gantelgeul. De afzettingen van het Gantelsysteem worden afgedekt door een kleidek dat aan middeleeuwse overstromingsfasen is te relateren. Dit kleidek vormt de Laag van Poeldijk (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk). De bovengrond wordt gevormd door opgevaren grond, die is vermengd met de top van de Laag van Poeldijk. De in het centrale deel van het plangebied aangetroffen vegetatiehorizont in de top van de Gantel Laag kan worden beschouwd als een oud oppervlak. Op dit niveau, dat zich op een diepte variërend van 120 tot 170 cm –mv (circa 0,60 tot 1,10 m –NAP) bevindt, moet rekening worden gehouden met archeologische resten uit de periode Late IJzertijd-Romeinse tijd.