In opdracht van Efteling bv heeft BAAC een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het plangebied Efteling locatie perceel P4 te Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen aanleg van parkeervoorzieningen waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden vernietigd zullen worden.Het plangebied maakt deel uit van een dekzandgebied, waar van oorsprong haarpodzolen voorkwamen. In de late middeleeuwen en nieuwe tijd is mogelijk een deel van de oorspronkelijke bodem verstoven door grootschalige ontginningen, waardoor de haarpodzol is verdwenen. Voor het plangebied lijkt het erop dat in de 18e eeuw het gebied is ontgonnen voor de akker- en bosbouw, waarbij de top van de bodem in de bouwvoor is opgenomen. Als gevolg hiervan is een sterk doorwortelde en deels heterogene bovengrond ontstaan en is de haarpodzol afgetopt.Op basis van de fysisch-geografische bevindingen zou het plangebied resten kunnen bevatten vanaf de late prehistorie. Dit is echter niet het geval, zoals blijkt uit het proefsleuvenonderzoek. In het plangebied is een vindplaats uit de nieuwe tijd aangetroffen. De vindplaats uit de nieuwe tijd bestaat uit een kuil, een palenrij en greppels. In één van de greppels is aardewerk uit de nieuwe tijd (1600-1900) aangetroffen. Eén van de greppels, de noordnoordwestzuidzuidoost georiënteerde, en de palenrij komen overeen met een perceelsgrens op de kadastrale kaart van circa 1832. De oost-west georiënteerde greppels zijn als ouder beschouwd en duiden op een ouder verkavelingssysteem.De kuil in het plangebied oversnijdt sporen die zijn ontstaan voor de bosbouw en wordt om die reden gedateerd na de 18e eeuw, want in die periode is het gebied ontgonnen voor akker- en bosbouw. Op basis van de historische kaarten blijkt dat er in het plangebied geen bebouwing heeft gestaan. Het terrein is altijd in gebruik geweest als akkergebied of werd gebruikt voor bosbouw. Op basis daarvan is de conclusie getrokken dat de sporen onderdeel zijn van het gebruik van het terrein als akker- en bosbouw.Hoewel er een verwachting gold voor het plangebied voor resten uit de Tweede Wereldoorlog, met name het M.A.St.-terrein, zijn deze niet teruggevonden.Met het proefsleuvenonderzoek is één vindplaats aangetroffen. Als gekeken wordt naar de waarderingstabel, geeft de lage score op zowel de fysieke als de inhoudelijke kwaliteit geen aanleiding om de vindplaats te behouden.Op basis daarvan is het advies van BAAC dan ook om het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen werkzaamheden