Oosterhesselerweg 15 te Wachtum. Bureau- en Inventariserend Veldonderzoek, Verkennend booronderzoek

DOI

Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Oosterhesselerweg 15 te Wachtum. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen uitbreiding van een opslagloods. De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 2.200 m2. De toekomstige bodemverstoring in het plangebied zal circa 0,3 tot 1 meter diep reiken. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Door de voorgenomen graafwerkzaamheden, kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden verloren gaan. Daarom is op basis van het bestemmingsplan, met daarin verwoord het gemeentelijk beleid, in het kader van een omgevingsvergunning voorafgaand aan de graafwerkzaamheden archeologisch onderzoek uitgevoerd.

Het plangebied bevindt zich op grondmorenewelvingen die vermoedelijk bedekt of opgevuld zijn met dekzand. Aan de oost- en westzijde van de grondmorenewelvingen liggen beekdalen. In de directe omgeving zijn echter ook grondmoreneruggen aanwezig. Hierdoor zullen deze eerder bewoond zijn geweest. Binnen het plangebied kan dan eerder sprake zijn van perifere of off-site archeologische resten. In het geval in de top van het dekzand of keileem sporen van bodemvorming aanwezig zijn, geldt een middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten vanaf het Midden-Paleolithicum. Aangezien op historische kaarten geen aanwijzingen zijn voor bebouwing in het plangebied, geldt voor de nieuwe tijd een lage archeologische verwachting. Archeologische resten uit de periode Laat-Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen kunnen worden verwacht in de top van het dekzand. Indien er geen dekzand aanwezig is kunnen archeologische resten worden verwacht in de top van het keileem. De mate van intactheid van de podzolbodem is indicatief voor de kans op het aantreffen van archeologische vindplaatsen. Vanwege de ligging van het plangebied direct naast twee loodsen is het mogelijk dat de bodem in een deel van het plangebied, met name nabij de bestaande bebouwing is verstoord. Het is ook mogelijk dat als gevolg van ploegwerkzaamheden het archeologische niveau (B-horizont) is verstoord.

Het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied verstoord. Dit is waarschijnlijk veroorzaakt door ploeg- of graafwerkzaamheden. Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit een strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, en bevinden zich in de bovengrond van de oorspronkelijke podzolgrond. Aangezien de bodem is verstoord, zijn eventueel aanwezige vuursteenvindplaatsen verloren gegaan. Eventuele nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen die konden worden verwacht op basis van het Bureauonderzoek bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Diepere sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn niet geheel uit te sluiten. Echter betreft het dan onderkanten van diepe sporen en dan ook van perifere zones van een vindplaats of zelfs off-site. Tijdens het booronderzoek zijn verder geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid een vindplaats uit deze periode. Bovendien is tevens de relatief iets lagere ligging ten opzichte van de directe omgeving een aanleiding om te vermoeden dat bewoning elders werd gezocht. De archeologische verwachting kan derhalve ook naar laag worden bijgesteld.

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen herinrichting van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd. Bovenstaande vormt een selectieadvies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit advies nog niet betekent dat in deze fase van het vergunningsverleningstraject reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek dienen vooraleerst te worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Coevorden). Deze neemt een definitief selectiebesluit aangaande de vrijgave van het plangebied voor verdere ontwikkeling zoals omschreven in de vergunningsaanvraag. Er is getracht een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra wil de opdrachtgever er daarom op wijzen dat, indien tijdens de werkzaamheden een (mogelijke) archeologische vondst wordt gedaan dan geldt de wettelijke meldingsplicht, zoals omschreven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet bij de minister. Uit praktisch oogpunt kan een dergelijke toevalsvondst bij de gemeente worden gemeld.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/QXSBCH
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/QXSBCH
Provenance
Creator H.E. Bouter
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor E. Krist; H.E. Bouter; F. Stevens; Synthegra B.V.
Publication Year 2024
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact E. Krist (Synthegra B.V.)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; audio/midi; application/vnd.mif
Size 2134965; 2; 502
Version 2.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Leusden