De onderzoekslocatie ligt in een geul van het vlechtende riviersysteem van de Maas dat het laatglaciale terras van de Maas doorsnijdt. Op de locatie zijn bruine enkeerdgronden aanwezig die zijn gevormd op vorstvaaggronden. Hierdoor heeft de onderzoekslocatie een hoge archeologische trefkans. De gehele onderzoekslocatie heeft een hoge trefkans op archeologische resten en/of sporen uit de periode Neolithicum–Nieuwe Tijd. Het hoger gelegen noordelijk en noordoostelijk deel zal hiernaast een hoge trefkans hebben op archeologische resten en/of sporen uit de periode Paleolithicum–Mesolithicum.Het noordelijk en noordoostelijk deel van de locatie valt binnen de historische dorpskern van Broekhuizenvorst, waardoor er een verhoogde trefkans is op archeologische resten uit de Vroege Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd.Het bodemprofiel op de onderzoekslocatie is grotendeels intact. Alleen in boringen 2 en 3 zijn vergravingen aangetroffen die mogelijk verband houden met de herverkaveling ven het verleggen van wegen in de 20e eeuw. In boring 3 is het archeologisch niveau direct onder het eerddek hierbij slechts licht vergraven. Op het overige terreindeel is de bodemopbouw intact en zijn geen aanwijzingen gevonden voor vergraving van het archeologische niveau. Voor deze delen blijft de hoge trefkans op archeologische resten en/of sporen bestaan. De actuele trefkans rond boring 3 is waarschijnlijk middelhoog.
Issued: 2010-08