In opdracht van Landgoed Den Treek-Henschoten BV heeft Vestigia BV Archeologie en Cultuurhistorie een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor een plangebied in de gemeente Leusden (kaart 1, afbeelding 1). Landgoed Den Treek-Henschoten BV is betrokken bij de bestemmingsplanherziening ten behoeve van de nieuwbouw van woningen aan de Paradijsweg 15 te Leusden. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 0,7 ha en is momenteel deels bebouwd. De huidige bebouwing zal worden gesloopt waarna binnen het plangebied twee bouwvlakken van elk ca. 1.000 m2 worden ingericht; de rest van het plangebied krijgt de bestemming ‘bos’ (afbeelding 2). De huidige bebouwing bestaat uit het ‘Huize Ingeborg’, een voormalig clubhuis dat in vervallen staat verkeert. Met uitzondering van het huis met grindpad bestaat het plangebied verder uit bos. Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische resten (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen. Het plangebied had op basis van het bureauonderzoek conform de gemeentelijke archeologische beleidskaart een middelhoge archeologische verwachting op het in situ aantreffen van archeologische vondsten en sporen vanaf het Laat-Paleolithicum/Neolithicum aan de Late Middeleeuwen/Nieuwe Tijd. In aanvulling op het bureauonderzoek is een verkennend archeologisch booronderzoek verricht waarbij 6 boringen zijn gezet om de geo(morfo)logische en bodemkundige kenmerken van het plangebied te toetsen. Tijdens het booronderzoek is geconstateerd dat binnen het plangebied een veelal intacte podzolbodem aanwezig is. Het verwachte sporenniveau (top van de C-horizont) bevindt zich ondiep op ca. 40 á 60 cm beneden maaiveld. De bodemopbouw daarboven is intact en doordat de podzolbodem niet opgenomen is in de bouwvoor zullen ook eventuele ondiepe sporen nog aanwezig kunnen zijn. Dit betekent dat vindplaatsen met enkel ondiepe sporen (bijv. vuursteenvindplaatsen) in principe aanwezig kunnen zijn binnen het plangebied, evenals sporen uit alle perioden vanaf het Laat-Paleolithicum. Gezien de diepteligging van de kruipruimte kunnen er in principe ook nog sporen onder de kruipruimte van het huis verwacht worden, mits de bouwput van het huis niet dieper is uitgegraven. Er kunnen tevens nog diepere sporen onder het woonhuis aanwezig zijn.
Issued: 2016-12-08