In opdracht van provincie Gelderland heeft EARTH Integrated Archaeology in de periode juli/november 2023 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de N835 gelegen tussen de Rijksweg A15 in het zuiden (Tiel) en de Provincialeweg N320 in het noorden (Maurik-Ingen). Hier zijn grondverstorende werkzaamheden gepland die verband houden met het aanpassen van de bestaande weg.
Het plangebied ligt in de gemeentes Tiel en Buren, die beiden beschikken over een verwachtings-, beleids, of cultuurhistorische waardenkaart. Het plangebied heeft een overwegend hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten. De verschillende bestemmingsplannen eisen dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij ingrepen vanaf 500 m2 en 30 cm –mv. Op basis van deze richtlijnen hebben de Gemeentes Tiel en Buren vastgesteld dat een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk is.
Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting en het bepalen van archeologische risico’s binnen het plangebied. Het onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat binnen het plangebied op meerdere stratigrafische niveaus sporen kunnen bevinden die dateren vanaf het Neolithicum tot in de Middeleeuwen. Deze verwachting is in sterke mate gerelateerd aan de verschillende in het plangebied voorkomende meandergordels.
Vanwege de hoge archeologische verwachting in combinatie met de beperkte mate van ingrepen in de bodem (oppervlakte en diepte) adviseert EARTH om een passieve (extensieve) archeologische begeleiding uit te voeren in de zones waar daadwerkelijk ingrepen plaatsvinden.
Het bovenstaande vormt een selectieadvies en is op verzoek van opdrachtgever op 15 september 2024 voorgelegd aan het Bevoegd Gezag, de Gemeenten Tiel en Buren. Op 28 november 2024 is een aangepaste versie waarin de commentaren van beide Bevoegde Gezagen zijn verwerkt voorgelegd aan de Bevoegde Gezagen. Hierop is geen reactie meer ontvangen, waarna de rapportage op 9 april 2024 definitief is gemaakt.
Op basis van dit onderzoek zal de bevoegde overheid een besluit nemen over de daadwerkelijke omgang met het risico archeologie. Uitvoerder van te verrichten grondwerk gewezen wordt daarbij gewezen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals staat aangegeven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet.