In opdracht van Tauw B.V. heeft RAAP in april 2020 een bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd in plangebied voormalig Philipsterrein aan de Nusterweg te Sittard in de gemeente Sittard- Geleen. In het plangebied blijkt sprake te zijn van bodemverontreiniging, en een aantal zones binnen het grotere plangebied dienen gesaneerd te worden. Voor het hele plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd, terwijl alleen rondom de verontreinigde zones verkennende boringen zijn gezet om een indicatie te krijgen van de bodemopbouw ter hoogte van de te saneren zones.Het plangebied ligt op de daluitspoelingswaaier in de Roerdalslenk. De Geleenbeek loopt circa 600 m ten oosten van het plangebied. Uit het booronderzoek is gebleken dat in het plangebied sprake is van een recente ophoging met een dikte tussen 0,45 en 1,3 m. Onder de ophoging ligt een geheel intacte (daal)brikgrond.Tot aan het begin van de 19e eeuw lag het plangebied in de Overhoverner heide. In het begin van de 19e eeuw wordt het plangebied ontgonnen en als akkerland in gebruik genomen. Rond 1950 vestigt Philips zich in het plangebied, en wordt het in gebruik genomen als industrieterrein. Het plangebied is nu nog steeds in gebruik als industrieterrein, wel zijn vele oude gebouwen inmiddels gesloopt. Ter hoogte van enkele gesloopte gebouwen zijn onlangs nieuwe asfalt- en klinkerverhardingen aangebracht voor de opslag van verhuurmaterialen en -machines. Op plekken waar saneringen gepland zijn, werden oude gebouwen alleen tot het maaiveld gesloopt of nog niet gesloopt. De funderingen (poeren), kelders en vloeren van de gebouwen ter hoogte van de saneringen zijn nog aanwezig.In het plangebied zelf staan geen archeologische vindplaatsen geregistreerd. Wel blijkt uit een opgraving pal ten noorden, een opgraving 250 m ten westen, evenals uit vondstmeldingen enkele meters ten zuiden van het plangebied, dat er sprake is van een hoge verwachting voor nederzettingen én graven uit de periode neolithicum tot en met vroege middeleeuwen. Naast deze verwachting voor nederzettingen of begravingen, wordt het plangebied in oost-westrichting door een Romeinse weg doorsneden. Het betreft een weg die het Romeinse T(h)eudurum (Tüddern, DL) met de Romeinse bewoning ter hoogte van Grevenbicht-Obbicht verbond. De weg is tijdens meerdere archeologische onderzoeken westelijk van het plangebied aangetoond, en zal in rechte lijn door het centrale deel van het plangebied lopen.De voorgenomen saneringen bestaan uit twee typen. Het eerste type betreft een ontgraving, waarvan de diepte tussen 1,5 en 7,0 m –mv ligt. Het tweede type betreft een thermische sanering, waarbij vanaf het maaiveld een dicht netwerk aan buizen in de grond geboord zal worden. Graafwerk vindt hier niet plaats. De buizen zullen deels ook schuin onder bestaande gebouwen geboord worden, zonder dat deze gesloopt worden.Uit het onderzoek blijkt dat zeer waarschijnlijk archeologische resten (o.m. Romeinse weg) door de voorgenomen saneringen verstoord zullen worden. Ter hoogte van de thermische saneringen is het vanwege de gebouwen en verontreiniging niet mogelijk om nu al archeologisch onderzoek te doen. Omdat er ook geen graafwerk gepland is, wordt het geadviseerd deze zones vrij te geven voor het plaatsen van de buizen ten behoeve van de thermische sanering. Nadat de zones van de thermische sanering schoon zijn en er ook (in de toekomst) ontwikkelingsplannen bestaan, zal bekeken moeten worden hoe ernstig verstoord de zones zijn, en of archeologisch onderzoek hier nog zinvol is.Ter hoogte van de ontgravingen ten behoeve van de saneringen dient nu wel een archeologisch vervolgonderzoek plaats te vinden. Dat onderzoek kan vanwege de verontreiniging alleen bestaan uit een archeologische begeleiding van de sanering. Dat houdt in dat er bij de graafwerkzaamheden continu een archeoloog aanwezig is. De te saneren zones worden eerst uitgegraven tot op het archeologische niveau, waarna dit gedocumenteerd zal worden. Pas daarna kan de sanering tot op diepte uitgevoerd worden. Een archeologische begeleiding dient plaats te vinden op basis van een doorde gemeente Sittard-Geleen goedgekeurd Programma van Eisen (PvE).Onder bestaande of gesloopte gebouwen zijn plaatselijk kelders aanwezig. Deze gaan dieper dan het archeologische niveau. Onder de kelders worden geen archeologische resten meer verwacht. Deze kleine zones kunnen worden vrijgegeven.
Date: 2020-04-16