In opdracht van Waterschap Scheldestromen heeft IDDS Archeologie in oktober 2019 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd aan de Goesestraatweg ong. in 's-Gravenpolder, gemeente Borsele. De noodzaak tot het archeologisch onderzoek komt voort uit het bestemmingsplan. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen en zo nodig aanvullen van de gespecificeerde verwachting.Op basis van de archeologische verwachtingskaarten van Borsele heeft het plangebied alleen een hoge archeologische verwachting voor het Laagpakket van Walcheren. Dit is gebaseerd op de ligging van het plangebied op een kreekrug, waarvan de sedimenten zijn afgezet tussen 300 en 600 na Chr. en welke al waarschijnlijk sinds ongeveer 800 na Chr. als een rug in het landschap ligt. Op deze rug, die onderdeel is van het Oudland, kunnen dus archeologische resten voorkomen uit de periode 800 na Chr. tot nu. Op de historische kaarten zijn geen bebouwing of wegen aanwezig in het plangebied daarom geldt voor de Nieuwe tijd C een lage archeologische verwachting. In een deel van het plangebied lag voorheen mogelijk een watergang, voor die locatie geldt geen archeologische verwachting meer.Uit het bureauonderzoek blijkt dat een groot deel van het plangebied waarschijnlijk ligt in een dalvormige laagte van een voormalige kreekgeul. Waarschijnlijk betreft het de opgevulde en laaggelegen restgeulen van het krekensysteem dat de kreekrug heeft gevormd. Deze restgeulen hebben een lagere archeologische verwachting omdat die dalvormige laagtes minder geschikt zijn voor bewoning, begraving en industrie. Ook voor de landbouw zijn deze laagtes mogelijk minder aantrekkelijk door de slechtere waterhuishouding. Mogelijk kan de archeologische verwachting voor het plangebied hierom worden bijgesteld naar een lage verwachting.Uit het veldonderzoek blijkt dat het plangebied deels ligt in de verwachte dalvormige laagte van de restgeul en dus daar een lage archeologische verwachting heeft. Het andere deel van het plangebied ligt op de kreekrug waarvoor een hoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten uit de Vroege Middeleeuwen (sinds 800 na Chr.) tot en met de Nieuwe tijd (met uitzondering van de Nieuwe tijd C omdat voor deze periode op basis van historisch kaartmateriaal een lage archeologische verwachting geldt).Voor de restgeul (Bijlage 7) geldt een lage archeologische verwachting en IDDS Archeologie adviseert om dit deel van het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden. De rest van het plangebied ligt op een kreekrug en heeft een hoge archeologische verwachting. Binnen dit deel van het plangebied zijn in de boringen echter geen oude cultuurlagen of archeologische indicatoren waargenomen. Daarnaast zal slechts een smalle zone langs de watergang worden ontgraven waardoor het moeilijk zal zijn om de context te bepalen van eventuele archeologische resten die in deze zone voorkomen. Conform de afspraak tussen het Waterschap en de Zeeuwse gemeenten, dat het Laagpakket van Walcheren alleen archeologisch onderzocht wordt indien er bekende vindplaatsen voorkomen, adviseert IDDS Archeologie daarom om ook dit deel van het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden.Door de adviseur van de gemeente, dhr. M. van de Glind van OAS, wordt naar de gemeente geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek uit te laten voeren als voorwaarde bij het verlenen van de omgevingsvergunning. Wel wordt geadviseerd in de vergunning op te laten nemen dat de uitvoerder van de civiele werkzaamheden twee weken voor aanvang van de werkzaamheden ter plaatse van de zone rondom boringen 10 t/m 13 (zie advieskaart) contact opneemt met de archeologisch adviseur van de gemeente Borsele om een visuele inspectie tijdens de ontgraving mogelijk te maken door genoemd archeologisch adviseur.