Samenvatting In opdracht van Kassenbouw Advies heeft ArGeoBoor een archeologisch bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek uitgevoerd aan Duinweg 13 te Castricum (Gemeente Castricum). De aanleiding van het onderzoek is het voornemen om de bestaande kassen te slopen en nieuwe kassen te bouwen. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 7.000 m2. Bij de werkzaamheden bestaat de kans dat de bodem wordt geroerd op plaatsen waar dit nog niet eerder gebeurd is. Eventuele archeologische waarden kunnen hierbij verstoord worden. Op de archeologische waarden- en verwachtingenkaart blijkt dat het plangebied ligt in het duinlandschap. Uit de maatregelenkaart blijkt dat archeologisch onderzoek verplicht is bij ingrepen groter dan 100 m2 dieper dan 4 meter + NAP. Uit het bureau- en booronderzoek is gebleken dat in een gedeelte van het plangebied vanaf 80 cm – mv een oude duin in de ondergrond ligt, waarop archeologische resten kunnen worden verwacht uit de periode bronstijd-volle middeleeuwen. Deze zone met een oppervlakte van circa 3.500 m2 krijgt een hoge archeologische verwachting. Daarnaast is een gedeelte van het plangebied gelegen in een van oorsprong lager gelegen gebied (Opp. 2.000 m2), waaraan een lage archeologische verwachting is toegekend. In de zuidoostzijde is het landschap in de 2e Wereld-oorlog doorsneden geweest door een tankval (Opp. 1.450 m2) als onderdeel van de Atlantikwall. Het aanbrengen van de poeren ten behoeve van de fundering van de nieuw te bouwen kas brengt een verstoring van de top van het oude duin met zich mee waar zich mogelijk nog archeologische resten bevinden. De verstoring in totaal is circa 80 m2 en in het gebied met een hoge archeologische verwachting slechts 50 m2. Mochten bij het aanbrengen van de poeren een archeologische vindplaats geroerd worden dan is het gevolg een zeer beperkt kennisverlies. Geadviseerd wordt om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren bij de voorziene werkzaamheden op de locatie Duinweg 13 te Castricum. Wel dient de waarde archeologie op het plangebied te blijven rusten en dient, bij toekomstige omvangrijke bodemverstoringen dieper dan 80 cm-mv, alsnog rekening te worden gehouden met archeologisch vervolgonderzoek. ArGeoBoor wijst erop dat men bij bodemverstorende activiteiten verplicht is om eventuele vondsten en grondsporen te melden bij de Minister van OCW conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om indien dit het geval is contact op te nemen met de gemeente Castricum.