Vierpolders, Tuindersweg 6-8, gemeente Brielle.

DOI

In opdracht van ArcheoWest B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Tuindersweg 6-8 in Vierpolders (gemeente Brielle). In het plangebied zullen de huidige kassen en bedrijfsgebouwen gesloopt worden en plaats maken voor vervangende nieuwbouw. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Het plangebied maakt deel uit van een terrein van hoge archeologische waarde (monumentnr. 10378). In de bodem/ondergrond kunnen archeologische resten voorkomen uit de IJzertijd/Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd. De kans op de aanwezigheid van resten van vóór de IJzertijd wordt gering geacht en zijn in de omgeving van het plangebied niet aangetroffen. Met name voor de Midden-Romeinse tijd geldt een hoge archeologische verwachting. Waarnemingen langs de Prinsenweg hebben de aanwezigheid van vindplaatsen uit deze periode ook aangetoond. Op grond van een waarneming op grotere afstand van het plangebied kunnen oudere vindplaatsen uit de IJzertijd, niet uitgesloten worden. Een archeologische laag uit de IJzertijd zal zich in het bovenste deel van het veen bevinden. Bekend is dat woonplaatsen uit deze 1 periode later geheel of gedeeltelijk weer overgroeid raakten met veen . Een archeologische laag uit de Romeinse tijd zal zich direct op het veen bevinden. In de op het veen gelegen mariene afzettingen kunnen archeologische resten verwacht worden uit de Middeleeuwen. De kans op het voorkomen van de resten is laag. Aan en direct onder het maaiveld kunnen archeologische resten verwacht worden uit de Nieuwe tijd. De kans op het voorkomen van de resten is eveneens laag.Uit het booronderzoek is gebleken dat in grote delen van het plangebied een tot 220 cm dik veenpakket, afgedekt door een 55 tot 270 cm marien klei-/zandpakket aanwezig is. Hoewel in denabijheid van het plangebied archeologische waarden in de top van het veen zijn vastgesteld, zijn deze tijdens dit onderzoek niet aangetroffen. Ook in het bovenliggende klei-/zandpakket zijn geen archeologische waarden vastgesteld. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen tijdens inbraken van de zee zijn verdwenen. Hoewel bewonings- en ontginningssporen in veen zich niet altijd duidelijk manifesteren in boringen, wordt de kans hierop, gezien het ontbreken van archeologischeindicatoren zoals houtskool, klein geacht.ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Weliswaar zal het aanbrengen van heipalen verstoring van het bodemarchief te weeg brengen, maar deze zal echter qua omvang relatief beperkt zijn. Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegd gezag, zoals aangegeven in de Monumentenwet.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zzh-3hn2
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zzh-3hn2
Provenance
Creator E. Lohof
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor J.W. Beestman; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact J.W. Beestman (ADC)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 451582; 6821; 6593; 798; 3631
Version 1.0
Discipline Humanities