In opdracht van Wageningen University & Research heeft RAAP in maart 2025 een archeologisch
bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Fietstunnel te Wageningen in de gelijknamige
gemeente. Binnen het plangebied is een fietstunnel gepland, wordt een busbaan verlegd en wordt een
park gerealiseerd. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.
In het plangebied kunnen archeologische vindplaatsen worden verwacht uit alle perioden. Voor resten
van jager-verzamelaars geldt een middelmatige verwachting. Deze vindplaatsen hebben, vanwege
latere bewoning en landgebruik, naar verwachting een lage gaafheid. Vanwege de relatief lage en natte
ligging van het plangebied, geldt een lage verwachting voor resten van landbouwers (neolithicum t/m
nieuwe tijd). Het archeologisch relevante niveau bevindt zich direct onder de bouwvoor.
In het plangebied zijn goor- en beekeerdgronden gekarteerd. Doordat dergelijke bodems te nat waren
voor landbouw wordt in principe geen rekening gehouden met de aanwezigheid van een afdekkende
laag, zoals een plaggendek. Ingrepen in deze bodems zullen het archeologisch niveau dan ook direct
hebben verstoord. Dit is eerder aangetoond in een booronderzoek dat gedeeltelijk binnen het
onderhavige plangebied plaatsvond. De bodem bleek hierbij door landbouwwerkzaamheden en de 20e -
eeuwse ontwikkeling van het gebied tot in de C-horizont verstoord. Bovendien werd in hetzelfde
onderzoek bevestigd dat het toenmalige plangebied waarschijnlijk te nat was voor bewoning of
landbewerking. In het zuidwestelijke deel van het plangebied is op de gemeentelijke aardkundig e kaart
wél een plaggendek gekarteerd. Tijdens eerder onderzoek is echter gebleken dat ook dit gedeelte sterk
verstoord is.
advies
Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied een kleine kans is op de
aanwezigheid van archeologische resten, vanwege de lage ligging in het landschap en de bijbehorende
natte omstandigheden. Door het ontbreken van een afdekkende laag (zoals een plaggendek) in een
groot gedeelte van het plangebied is het bovendien waarschijnlijk dat eventueel aanwezige
archeologische resten reeds zijn verstoord. Tijdens eerder booronderzoek werd dit voor de delen van
het plangebied ten oosten van de Mansholtlaan reeds bevestigd. Ook voor het zuidwestelijke gedeelte
van het plangebied, waar wel een plaggendek wordt verwacht, is uit eerder booronderzoek gebleken
dat de bodem sterk verstoord is. Daarom wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen
vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht.
Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden
aangetroffen, dan is conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet aanmelding van de desbetreffende
vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultur eel
Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).
Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Wageningen, deze
al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit