Het Centraal Bodemkundig Bureau (CBB) uit Deventer verleende aan Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) de opdracht voor het uitvoeren van een archeologisch inventariserden veldonderzoek (IVO) aan de Retstraat te Beneden Leeuwen, gemeente West Maas en Waal. Aanleiding voor het IVO zijn de plannen van de gemeente West Maas en Waal voor de herontwikkeling van een aantal percelen op deze locatie, waarbij wooningbouw zal plaatsvinden. De hiermee gepaard gaande werkzaamheden, kunnen schade berokkenen aan eventuele archeologische resten in de bodem. De boringen zijn op 9 mei 2005 gezet door het CBB en beschreven door B. Silkens en de bureaustudie en de rapportage zijn verricht door A.J. Wullink namens ARC bv.Het bureau-onderzoek heeft uitgewezen dat de onderzoekslocatie is gelegen op een oeverwal van de Waal. Het gebied ligt binnendijks, hetgeen betekent dat op de locatie sinds de bedijking rond de 12e of 13e eeuw geen sedimentatie door deWaal meer plaatsvindt en vanaf dat moment bewoning mogelijk is.De onderzoekslocatie ligt in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. Er zijn geen archeologische of archeologische monumenten aangewezen in dit gedeelte. De kans op archeologische sporen op de onderzoekslocatie is dan ook klein. Tijdens het booronderzoek zijn rond boring 30 twee scherven en twee fragmentjes van dakpan aangetroffen aan het maaiveld, maar deze bleken te dateren in de 18e eeuw. In deze boorkern werd ook een zeer klein botfragmentje aangetroffen, maar gezien de afwezigheid van andere archeologische indicatoren in deze boring en in de aanpalende boringen 22 en 30, kan hier weinig betekenis aan worden gehecht. In de monsters van de overige boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Uit kaartmateriaal uit de 19e eeuw blijkt dat langs de aan de onderzoekslocatie grenzende wegen bewoning plaatsvond, maar dat de locatie zelf als akker- of weiland in gebruik was.Samenvattend kan worden geconcludeerd dat, hoewel de onderzoekslocatie vanaf de Middeleeuwen bewoondbaar was, er geen aanwijzingen zijn gevonden voor de aanwezigheid van archeologische sporen in de bodem. Derhalve wordt geadviseerd geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Mochten er onverhoopt alsnog archeologische vondsten worden aangetroffen, dan dient dit onverwijld aan de provinciaal archeoloog van de provincie Gelderland4 te worden gemeld.
Date: 2005