Tijdens het aanleggen van een rioolleiding door het Waterschap Velt en Vecht te Coevorden-‘Gommerij’ bleek een sleuf door een te beschermen archeologisch monument te zijn gegraven (CMA nr. 22E – 006). Dit is opgemerkt door oplettendheid van dhr. M. Pasjes (gemeente Coevorden). Een medewerker van Archeologisch Adviesbureau RAAP heeft het deel van de sleuf dat door het archeologische monument heen loopt op archeologische sporen onderzocht. Het grootste deel van de sleuf is tijdens de graafwerkzaamheden verstoord geraakt. In een klein gedeelte van de sleuf zijn echter grondsporen en aardewerk aangetroffen. De verdere aanleg van de rioolleiding zou de nog bewaard gebleven sporen geheel verstoren. In overleg met de gemeente Coevorden en dr. W.A.B. van der Sanden (Provinciaal Archeoloog van Drenthe) werd besloten dit deel van de sleuf nader te onderzoeken. Het Waterschap heeft hiervoor het werk aan het riool tijdelijk stil gelegd.Het onderzoek heeft plaatsgevonden op 30 juli 2003 en is uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) in de personen van drs. J. Y. Huis in ’t Veld en mw. drs. M. C. Blom. Een graafmachine is door dhr. Pasjes geregeld en door de firma Meppelink geleverd.Het trekken van de sleuf ten behoeve van een leiding voor de riolering heeft het bodemarchief op het te beschermen archeologische monumenten te Coevorden-‘Gommerij’ in grote mate verstoord. Slechts een klein deel van het sporenvlak was nog aanwezig en leesbaar. Verder onderzoek in de reeds getrokken sleuven is daarom niet noodzakelijk. Gezien de geringe omvang van het onderzochte terrein is het maken van een gefundeerde interpretatie van de aangetroffen sporen niet goed mogelijk.Wel wordt uitdrukkelijk aangeraden om op het, als archeologisch monument aangeduide terrein bij de ‘Gommerij’, in de toekomst geen bodemverstorende activiteiten uit te laten voeren. De aangetroffen sporen bij de opgraving laten geen twijfel bestaan over de archeologische potentie van het terrein.
Date: 2003
