In opdracht van de gemeente Maasdriel heeft RAAP in november 2019 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (karterend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Perenbuurt te Kerkdriel in de gemeente Maasdriel. Op basis van het eerder uitgevoerde bureauonderzoek en verkennend booronderzoek is binnen het plangebied sprake van een gestapeld landschap. Relevante archeologische lagen zijn aangetroffen in de afzettingen van Hoorzik Fase 1, Hoorzik/Lith-3 en in die van Velddriel. Op basis van de geologie en stratigrafie wordt verwacht dat archeologische resten op afzettingen van Hoorzik Fase 1 te dateren zijn in de (midden)bronstijd. Op dit niveau (circa 2 m –mv) is in verschillende boringen houtskool aangetroffen binnen het noordelijk te karteren deelgebied ( figuur 4). Hiervan wordt verwacht dat het te associëren is met een archeologische vindplaats. Het voorkomen van houtskool op dit niveau in de rest van het plangebied is te relateren aan het lager gelegen vegetatieniveau in de komafzettingen en op de flanken van de crevasse. Hoewel houtskool ook op natuurlijke wijze in een afzetting terecht kan komen, lijkt het aantal boringen met houtskool hier eerder te wijzen op menselijke activiteit. Hierbij moet echter gedacht worden archeologisch nauwelijks traceerbare ontginningsactiviteiten, of andere zogenaamde off-site activiteiten. In de jongere afzettingen van Hoorzik/Lith-3 zijn op twee plaatsen archeologische indicatoren aangetroffen. In boring 23 werd in dit niveau (circa 0,8 m –mv) naast houtskool ook enkele kleine spikkels verbrande klei of leem aangetroffen. Bovendien was het vegetatieniveau hier duidelijk beter ontwikkeld en donkerder van kleur. Dit laatste was ook duidelijk het geval in boring 21. In het zuidelijk te deelgebied, bij boring 14, werd fosfaatverkleuring waargenomen en een fragmentje onverbrand bot.In beide gekarteerde deelgebieden zijn aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. In het noordelijk deelgebied zijn op verschillende stratigrafische niveaus twee potentiële vindplaatsen aangetroffen. Op het jongste niveau, de crevasseafzettingen uit waarschijnlijk de late bronstijd –ijzertijd, is een spreiding van archeologische indicatoren en een goed ontwikkelde cultuurlaag aangetroffen over een oppervlak van globaal 5.555 m2 (RAAP-objectnummer MAPE2 – 1). Als indicatoren zijn houtskool, verbrande klei/leem, fosfaatverkleuring en verbrand en gebroken natuursteen aangetroffen. Op het oudste en diepste niveau is verspreid over een oppervlak van 12.317 m2 houtskool aangetroffen in vegetatieniveaus in de oeverafzettingen van Hoorzik Fase 1 uit waarschijnlijk de midden bronstijd (RAAP-objectnummer MAPE2 – 2). De ruime spreiding suggereert de mogelijkheid dat sprake is van meerdere, kleine erfjes. In het zuidelijk deelgebied lijkt sprake te zijn van een woongrond uit de late middeleeuwen – nieuwe tijd (RAAP-objectnummer MAPE2 – 3). Hier zijn over een oppervlak van circa 3.642 m2 houtskool, verbrande klei/leem, onverbrand bot, fosfaatverkleuring en bouwpuin gevonden. Bovendien lijkt hier over een breedte van circa 38 m, parallel aan de straat Hoorzik, het vegetatieniveau dat met Hoorzik/Lith-3 wordt geassocieerd te zijn verdwenen. De kans wordt groot geacht dat dit niveau hier grotendeels is vergraven door sporen die aan bewoning langs de Hoorzik is te relateren.Aanbevolen wordt het gehele noordelijk deelgebied nader te onderzoeken door middel van een proefsleuvenonderzoek. Voor het zuidelijk deelgebied wordt geadviseerd deze eveneens nader te onderzoeken door middel van een proefsleuvenonderzoek.