In totaal zijn in het onderzoeksgebied 21 boringen gezet. Deze boringen zijn in raaien dwars over de voormalige gracht en oostmuur van het blokhuis gezet. In boringen 3, 4, 5, 12, 13 en 19 werd vrij dicht onder maaiveld massief muurwerk aangeboord. Boringen 10 en 11 werden gestaakt in ondoordringbare puinlagen relatief dicht onder maaiveld. De ligging van deze boringen komt globaal overeen met de verwachte ligging van de oostmuur (boringen 10 t/m 13 en 19) en het poortgebouw (boringen 3, 4 en 5) van het Blokhuis van Stavoren. In boringen 1, 2, 6, 7, 8, 9, 14, 15, en 20 werden grachtvullingen aangetroffen. Al deze boringen werden tussen 3,20 m en 4,40-mv gestaakt op een harde ondoordringbare laag, het pleistocene dekzand. In boringen 2, 7, 8, 9, 14 en 15 was sprake van slibvorming op de bodem van de gracht, met gelaagde klei en humusrijke afzettingen tot enkele decimeters dik. In de grachtvulling is een duidelijk herkenbare dempingslaag aanwezig, bestaande uit vlekkerige zandige klei met humus en puinbrokjes. In de sleuven ten bate van het bouwfysisch onderzoek werden de resultaten van het booronderzoek bevestigd en werden aanvullende archeologische waarnemingen gedaan.Tijdens het archeologisch booronderzoek en bij het bouwfysisch onderzoek in Stavoren werd de ligging van de oostelijke vestingmuur en het poortgebouw van het Blokhuis vastgelegd. De gevonden structuren zijn al eerder opgegraven, in 1996 en 1997. Uit het onderzoek is gebleken dat het archeologische bodemarchief op en om het Blokhuisterrein relatief onverstoord is. Op het binnenterrein van het Blokhuis bevinden zich in de ondergrond archeologische lagen die ouder zijn dan het Blokhuis. In de gracht van het Blokhuis liggen grote stukken van het opgaande muurwerk. Op de bodem van de gracht ligt een sliblaag die mogelijk archeologisch vondstmateriaal uit de 16e eeuw bevat. In de jongere dempingslagen ligt een laag organisch stadsafval uit de 17e/18e eeuw. Het vrijgelegde muurwerk bevat aanwijzingen die het mogelijk maken de opbouw en de wijze van ontmanteling van de vestingmuren te herleiden.