Archol heeft op 15 januari 2018 in opdracht van het Vastgoedbedrijf Universiteit Leiden een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in plangebied Leiden Gorlaeus en Snellius: op de geplande uitbreidingslocatie van het Datacenter ten zuiden van het Snellius gebouw. Archeologische indicatoren uit het voorgaande booronderzoek en de ligging naast de vroegmiddeleeuwse nederzetting van Oegstgeest gaven vooraf aan dat er mogelijk vroegmiddeleeuwse resten bewaard zijn in komafzettingen, onder een overstromingsdek uit de Nieuwe tijd en de bouwvoor. Tevens waren op grond van andere vindplaatsen in de omgeving ook prehistorische resten te verwachten in dieper gelegen estuariene afzettingen.Het proefsleuvenonderzoek heeft aangetoond dat de bodemopbouw grotendeels overeenkomt met de verwachtingen uit het vooronderzoek. Onder de bouwvoor zijn vooral komachtige afzettingen aangetroffen. Het gaat om verschillende, deels gelaagde pakketten van klastische afzettingen. Het merendeel is ongerijpt en blijkt onderwater afgezet. Dit wijst op een nat en onbewoonbaar landschap. In deze pakketten zijn dan ook geen archeologische resten aangetroffen. Het landschap waarin het bovenste pakket is gevormd, is mogelijk (na verloop van tijd) wel droger geweest en daarmee geschikt voor bewoning. Dit pakket heeft echter evenmin archeologische resten opgeleverd. Deze afwezigheid kan echter ook deels te wijten zijn aan de aangetoonde aftopping van de oude bodem. In dit opzicht valt ook op dat een afdekkend overstromingspakket uit de Nieuwe tijd, zoals elders in de omgeving wel is aangetroffen bij het booronderzoek van 2011, hier ontbreekt. Mogelijk is het onderzoeksgebied relatief meer verstoord. Dit laatste geldt in ieder geval voor het oosten van de proefsleuf, waar de bodem recent tot 2 m diepte blijkt omgewoeld.Gezien het ontbreken van archeologische waarden adviseert Archol om af te zien van archeologisch vervolgonderzoek en het onderzoeksgebied Snellius-Datacenter vrij te geven voor de realisatie van de bouwplannen.