Laagland Archeologie heeft tussen 24 april 2018 en 9 november 2018 een archeologische begeleiding uitgevoerd bij de aanleg van nieuwe riolen in de St. Jeroensweg en De La Bassecour Caanstraat in Noordwijk-Binnen. Het onderzoek diende te worden uitgevoerd vanwege de hoge archeologische verwachtingswaarde en de daarop gebaseerde regels in het bestemmingsplan. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van eisen en specificaties in het daartoe opgestelde PvE. Onder de St. Jeroensweg is een dik cultuurdek aanwezig waarvan het bovenste deel bestaat uit een recente (20e eeuwse) funderingslaag van de bestaande weg, met daaronder een dikkere laag cultuurlaag die in de 19e en deels in de 20e eeuw gevormd is. In deze laag komt veel materiaal voor uit de nieuwe tijd B en C. Waarschijnlijk is deze laag tot stand gekomen door tuinderijen met moesbedden en later door bollenteelt (zanderijen). Onder het cultuurdek komt in de regel oud duinzand op een strandwal voor. Het beeld komt overeen met de meeste onderzoeken in de nabijheid waarbij ook steeds een vergelijkbaar cultuurpakket is aangetroffen.Archeologische sporen die zijn aangetroffen komen voor in een viertal clusters. Het merendeel van de sporen bestaat uit paalkuilen met daarin de resten van paaltjes of staakjes, of kuilen van wat grotere afmetingen zonder staakjes. De kuilen liggen merendeels in rijen die parallel lopen met greppel- of slootvullingen die waarschijnlijk uit de nieuwe tijd B dateren. Daarmee lijken de rijen kuilen ook gerelateerd te kunnen worden aan de greppels- en sloten, en zouden daarmee ook een vergelijkbare datering hebben. Vondstmateriaal is in de sporen van de palenrijen sporadisch aangetroffen en dateert zowel uit de ijzertijd, de late middeleeuwen als uit de nieuwe tijd. Het lijkt er daarmee op dat de kuilen en de palenrijen zijn gegraven in zones waar ook in de ijzertijd en de late middeleeuwen sprake is geweest van bewoning. De vondsten in de kuilen zouden dan als ‘opspit’ in de sporen terecht zijn gekomen. Het is echter niet uit te sluiten dat een deel van de kuilen of paalkuilen wel uit de ijzertijd of de late middeleeuwen dateert, dat geldt met name voor de sporen die niet in een palenrij liggen.Er is vrijwel zeker een uit de midden of de laat-Romeinse tijd daterende huisplaats aangetroffen. Dat kan worden afgeleid uit een plaggen- of zodenput. Deze zal in de directe nabijheid van de huisplaats hebben gelegen.De aangetroffen sporen en vondsten in de rioolsleuf in de St. Jeroensweg staan niet op zichzelf. In de nabije omgeving zijn meerdere vindplaatsen uit zowel de ijzertijd als de late middeleeuwen geregistreerd. De ligging van deze vindplaatsen op een oude strandwal met oude duinen is niet verrassend. Dergelijke landschappelijke eenheden, tussen de zee en de landinwaarts gelegen lage gebieden, vormde sinds het ontstaan ervan, ver terug in de prehistorie, altijd gunstige locaties voor bewoning en landbouw. De St. Jeroensweg is een van de oude wegen, die in ieder geval al in het begin van de 17e eeuw ongeveer de huidige loop had, maar vrijwel zeker veel ouder moet zijn. De weg zal in de late middeleeuwen in ieder geval gelopen hebben langs meerdere op de oude strandwal gelegen woonplaatsen. Nadien kan de loop van de weg nog wat verschoven zijn totdat deze in de loop van de nieuwe tijd min of meer gefixeerd raakte vanwege aangrenzende eigendomsgrenzen. Dat blijkt onder andere uit het feit dat de weg op enig moment is aangelegd over de romeinse zodenput die op het erf van een boerderij moet hebben gelegen. Langs de weg heeft in ieder geval een bermsloot gelegen die, getuige het aangetroffen vondstmateriaal, uiterlijk aan het einde van de 19e eeuw is gedempt. Over de gedempte sloot is een vrij dik pakket ophogingsgrond aangebracht, al dan niet in meerdere fasen, en zal de weg uiteindelijk op de huidige hoogte zijn gebracht.