Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed heeft een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd binnen een plangebied aan de Langendam 31-33 te Zoutelande (gemeente Veere). De aanleiding tot het onderzoek wordt gevormd door het voornemen van de initiatiefnemer om het plangebied te herbestemmen. Na sloop van de bestaande bedrijfsbebouwing en woning en (indien noodzakelijk) de sanering van de bodem wordt binnen het plangebied een appartementencomplex gerealiseerd. Het plangebied omvat percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Valkenisse, Sectie D, perceel 2699, 2705, 2911 en 2912 (deels) en heeft een oppervlakte van circa 2.420 m2. In het vigerende bestemmingsplan geldt binnen het plangebied een vrijstelling tot 500 m2 én een diepte van 0,40 m – mv. De voorgenomen herinrichting past echter niet binnen het bestaande bestemmingsplan. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. In het kader van de bestemmingsplanwijziging is voorliggend onderzoek uitgevoerd.Dit onderzoek bestond in eerste instantie uit een bureauonderzoek waarbij een gespecificeerd verwachtingsmodel werd opgesteld voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase). Tijdens deze verkennende fase werden de landschappelijke vormeenheden bepaald met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones aan te duiden voor eventuele volgende vormen van onderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat: - In, en op, het Laagpakket van Wormer dat voorkomt vanaf 3,4 m -mv (3,26 m -NAP) een lage verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen uit het Neolithicum.- Op het Hollandveen dat voorkomt vanaf 1,9 m -mv (2,08 m -NAP) een lage verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen uit de Late IJzertijd en/of Romeinse Tijd in het noordoosten van het plangebied. In de overige delen van het plangebied is het veen gemoerd en/of geërodeerd en geldt geen verwachting voor deze periode. Voor de periode van de bronstijd tot Midden-IJzertijd geldt in het volledige plangebied eveneens een lage verwachting.- In, en op, de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren (die deels gemoerd zijn) en afgedekt worden door een opgebracht pakket een lage verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen uit de Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd.