Het plangebied ligt in het archeologisch landschap 'Lage Rijnterrassen', in de landschapszone beekdalbodems. Waarschijnlijk zijn kalkloze poldervaaggronden aanwezig. In het westen van het plangebied heeft een sanering plaatsgevonden. Het plangebied ligt ongeveer twee kilometer ten oosten van de middeleeuwse historische kern van Zutphen. Een kilometer ten noordoosten van het plangebied lag Warnsveld. Uit historische kaarten blijkt dat het plangebied in de 18e en 19e eeuw in gebruik is als wei- en hooiland. In de jaren zestig wordt de Zeeheldenbuurt gebouwd.
In het plangebied zijn 23 handboringen gezet om de aard- en intactheid van het bodemprofiel te controleren. Hieruit blijkt dat het natuurlijke bodemmateriaal bestaat uit Pleistocene rivierafzettingen waarvan de top het Pleistocene Laagterras vormt. In het oosten en zuiden van het plangebied ligt in dit terras een langgerekte laagte die waarschijnlijk watervoerend is geweest. Mogelijk heeft hier een tak van de Berkel gelopen. De laagte in het Laagterras is gevuld met een veenpakket. Het pakket is 20 tot 200 cm dik. Het pakket is aanwezig in het midden en zuiden van het plangebied. In vrijwel het hele plangebied bestaat de top van de natuurlijke afzettingen uit een stevig kalkloos kleipakket. Dit pakket is in het Holoceen ontstaan door overstromingen vanuit de Berkel en de IJssel. Het pakket is 15 tot 135 cm dik.
De top van het bodemprofiel bestaat uit een heterogeen kalkloos pakket van zand en klei. Dit pakket is waarschijnlijk ontstaan bij de ontwikkeling van de Zeeheldenbuurt in de jaren 60 van de 20e eeuw. Het pakket is 40 tot 200 cm dik.
In het plangebied kunnen resten van rituelen, jacht, visvangst en voedselverzamelen aanwezig zijn. De dichtheid van dergelijke archeologische resten is zeer laag. Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.
De gemeente archeoloog geeft aan in te stemmen met het selectieadvies voor wat betreft de latere Holocene periode, maar wil dat rekening wordt gehouden met eventuele archeologische resten uit het Paleolithicum en Mesolithicum in het en langs de randen van het verveende beekdal indien ingrepen dieper dan +6.00 m NAP plaatsvinden. Alles boven de +6.00 m NAP kan worden vrijgegeven.