RAAP Archeologisch Adviesbureau in april 2011 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de aanleg van een 110 kV kabel verbinding tussen de schakelstations Westermeerdijk en Ens in de gemeente Noordoostpolder. Het veldonderzoek had betrekking op drie tracédelen tussen Ens (Schokkerringweg) en Emmeloord (Nagelerweg):- tracédeel 1: kavels P30/P31; Schokkerringweg tot aan de Kamperweg/- N50 (circa 1,0 km);- tracédeel 2: kavels P87 t/m P92, Q1 en Q17; Kamperweg/N50 tot aan de Enservaart/Drietorensweg (circa 3,0 km);- tracédeel 3: kavels O21 t/m O23; globaal Nagelerweg/Bomenweg tot halverwege de Bomentocht (circa 1,5 km).Tijdens het verkennend veldonderzoek zijn 224 boringen gezet, hetgeen een gedetailleerde geoarcheologische doorsnede van dit deel van de Noordoostpolder opleverde.In de tracédelen 1 en 3 zijn (binnen 3,5 m -Mv) geen oeverafzettingen of andere hiermee samenhangende mariene afzettingen aangetroffen. Dit betekent wel dat de aanwezigheid van oever wallen en dus ook archeologische resten die op basis van het bureauonderzoek verwacht werden, kunnen worden uitgesloten.In tracédeel 2 zijn over een lengte van circa 1350 m rivierduinafzettingen aangetroffen, waarvan de top zich grotendeels binnen 2,5 m -Mv bevindt. Omdat het rivierduin(encomplex) in een groot deel van de boringen is afgedekt met veen, kan aangenomen worden dat de top van het duin op deze plekken zeker intact is (d.w.z. niet is geërodeerd door latere afzettingen). Een andere aanwijzing voor de mate van (natuurlijke) aantasting/intactheid van de rivierduinen vormt de aanwezigheid van tamelijk goed ontwikkelde podzolbodems in een zeer groot aantal boringen, met name in de raaien B en C.
Issued: 2011-04-18