Aanleiding voor het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de bouwplannen voor de onderzochte percelen aan Zegendijk 26 te Zieuwent, gemeente Oost Gelre. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek.Uit het bureauonderzoek volgt dat het onderzoeksgebied op de rand van een dekzandrug ligt en is omgeven door een vlakte van verspoelde dekzanden waar een beek door stroomt. In de omgeving hebben diverse archeologische onderzoeken plaatsgevonden waarbij in een enkel geval wordt uitgegaan van een hoge trefkans op archeologische resten. In de afgelopen 200 jaar hebben er diverse ruilverkavelingen plaatsgevonden waarbij percelen zijn opgedeeld en later weer zijn samengevoegd. De Baakse beek, die langs de locatie loopt, is rechtgetrokken. De locatie is in gebruik door een installatiebedrijf dat hier ooit als smederij is begonnen. De groei van het bedrijf is gepaard gegaan met de nodige nieuwbouw. De kans op bodemverstoringen door de ruilverkavelingen en de nieuwbouw is groot.Uit het booronderzoek blijkt dat langs de Zegendijk vroeger mogelijk wel oude akkergrond aanwezig is geweest, maar dat deze nu is vergraven. In boring 3 is een oude bouwvoor aangetroffen die als esdek opgevat mag worden. In de andere boringen zijn resten van het oude maaiveld aanwezig. Deze zijn echter alle beïnvloed door het gebruik van het terrein als opslagterrein en parkeerplaats. Onder deze oude bouwvoor is een vergraven bodem aanwezig.Gezien de uitkomsten van het onderzoek wordt aanbevolen de locatie vrij te geven. De kans dat er nog‘in situ’ archeologische resten aanwezig zijn, is nihil.Mocht men tijdens de uitvoering van het grondwerk onverhoopt alsnog op archeologische resten stuiten, dan dient de bevoegde overheid, gemeente Oost Gelre, hiervan meteen op de hoogte te worden gebracht.
Date: 2010-06-02