SamenvattingTransect heeft een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase, uitgevoerd in het kader van de aanleg van een duurzame oever aan de Nagelertocht (zie figuur 1). Het betreft het traject aan de noordzijde van kavel E128 (oude aanduiding Dienst der Zuiderzeewerken/RIJP). Dit traject is circa 280 m lang en zal aan de zuidzijde van de tocht worden voorzien van een duurzame oever. Hiertoe wordt de zuidoever 2 meter teruggezet i.c. verruimd. De maximale ontgravingsdiepte bedraagt 2,0 m –Mv.Als gevolg van de noodzakelijke ontgravingen kunnen eventueel in het plangebied aanwezige archeologische waarden worden verstoord. Daarom is dit archeologisch onderzoek uitgevoerd om de archeologische verwachting van het plangebied te specificeren en te toetsten in het veld. Op basis hiervan kan de vergunningverlenende instantie bepalen of ter behoud van archeologische waarden aanvullende maatregelen nodig zijn.Uit het onderzoek blijkt dat het plangebied op de flank van een eindmorene ligt, die in het Saalien (ca. 200.000 – 130.000 jaar geleden) is afgezet. De top van het pleistoceen helt hier van 48 cm –Mv in het oostelijk deel van het plangebied naar meer dan 300 cm in het westelijk deel ervan. In de top van de pleistocene afzettingen (fluvioglaciaal zand) zijn geen sporen van bodemvorming aangetroffen. Dit wil echter niet zeggen dat de top van de pleistocene afzettingen is geërodeerd. Het (laag-)veen dat in boringen 3 tot en met 7 op de fluvioglaciale afzettingen is aangetroffen, getuigt eerder van een relatief intacte bodemsituatie. Daarom moet alsnog rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat in de top van het pleistoceen sprake kan zijn van nederzettingsresten uit het Laat-Paleolithicum B (18000-8800 voor Chr.) tot en met het Midden-Neolithicum B (3400-2850 voor Chr.); zeker gezien de vondsten en vondstconcentraties in de directe omgeving van het plangebied.Verder is ter hoogte van boring 1 een middeleeuwse dijkrest aangeboord. Het lijkt erop dat hier een deel van het oorspronkelijke dijklichaam nog bewaard is gebleven. Als zodanig kan dit nieuwe of aanvullende informatie geven over de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis van Schokland.Gezien de beperkte bodemingreep wordt geadviseerd om de ontgravingen onder archeologische begeleiding te laten uitvoeren.