Gemeente Edam-Volendam. Gemeente Koggenland. Plangebied Beetskoog te Schardam

DOI

In opdracht van RPS advies- en ingenieursbureau bv heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Beetskoog te Schardam. Aanleiding voor het onderzoek zijn de voorgenomen grondwerkzaamheden in het kader van het dijkverbeteringsproject Beetskoog.Het plangebied bevindt zich landschappelijk gezien in het westelijke veengebied. De ondergrond in het plangebied bestaat uit een actief getijdengebied (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer). Na het sluiten van de kust veranderde het oude getijdenlandschap in een lagune en later (vanaf circa 3000 voor Chr.) in een groot veenmoeras (Formatie van Nieuwkoop; Hollandveen Laagpakket). Na de ontginning van het veengebied, die plaatsvond vanaf de 10e eeuw, werd het gebied geteisterd door overstromingen. Als reactie hierop werden dijken aangelegd. Het plangebied bestaat vrijwel geheel uit een dijk, de Beetskoogkade. Deze dijk is van hoge archeologische waarde. Op basis van de regionale bewoningsgeschiedenis wordt aangenomen dat de dijk uit de 14e eeuw stamt.De verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit het vroeg tot midden neolithicum in de top van het oude getijden landschap, het Laagpakket van Wormer, is laag. Ook aan het hierop tot ontwikkeling gekomen veenmoeras wordt voor de periode laat neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen B uitgegaan van een lage verwachting. Vanaf de ontginning geldt voor het veengebied een lage verwachting voor het aantreffen van bewoningssporen en een middelhoge verwachting voor het aantreffen van sporen van agrarisch landgebruik uit de volle- en late middeleeuwen. Voor de dijk zelf geldt een hoge verwachting op het aantreffen van infrastructurele structuren, zoals wegen, bruggen en duikers uit de late middeleeuwen – nieuwe tijd. Het plangebied was vanaf de 17e eeuw onbebouwd. Daarom geldt een lage verwachting voor sporen van bebouwing uit de nieuwe tijd in het plangebied.De eventueel aanwezige sporen van agrarisch landgebruik uit de volle- en late middeleeuwen, die in de top van het veenlandschap aanwezig kunnen zijn, kunnen al vanaf het maaiveld aanwezig zijn. Het graven van de teensloot en het plaatsen van de palenrij aangevuld met bagger en riet worden echter niet als dusdanig verstorend gezien dat BAAC hiervoor archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk acht.Voor de dijk zelf geldt dat de mogelijk aanwezige infrastructurele structuren uit de late middeleeuwen – nieuwe tijd door de voorgenomen bodemingrepen (het plaatsen van de steunberm) worden bedreigd. De graafwerkzaamheden ten behoeve van het plaatsen van de steunberm reiken echter tot maximaal 0,3 m –mv en blijven daarmee binnen de vrijstellingsgrens.Hieruit volgt dat BAAC binnen het plangebied in het kader van de voorgenomen werkzaamheden geen vervolgonderzoek adviseert en dat het plangebied vanuit archeologisch oogpunt wordt vrijgegeven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2bj-waqy
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-2bj-waqy
Provenance
Creator E. van der Laan
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.J.W.M. Gruben; BAAC
Publication Year 2021
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.J.W.M. Gruben (BAAC bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 8872; 8221; 878; 7260; 9288723
Version 1.0
Discipline Humanities