In het centrum van Thesinge is tussen augustus 2002 en juni 2003 het rioleringssyteem vervangen. Hiertoe is onder de Kapelstraat een nieuw hoofdriool gelegd en is een deel van de bestaande riolering in de directe omgeving vervangen. Een groot deel van het centrum van Thesinge is uitgeroepen tot archeologisch monument, aangezien hier voorheen een Benedictijner klooster heeft gestaan.In het voorjaar van 2002 constateerde archeologisch onderzoeksbureau ‘de Steekproef’ dat bij de geplande werkzaamheden mogelijk archeologische resten verstoord zouden worden. Dit was voor de gemeente Ten Boer aanleiding om Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht te geven de werkzaamheden archeologisch te begeleiden. De werkzaamheden zijn in twee fases uitgevoerd.De eerste fase, fase A, bestond uit de aanleg van de nieuwe rioolbuis onder de Kapelstraat en vond plaats van van maandag 19 augustus tot dinsdag 3 september 2002. In de vroege zomer van 2003 is in de straten ten noorden daarvan de bestaande rioolbuis vervangen door een nieuw exemplaar van plastic. Dit betrof fase B.Conlcusie en aanbeveling:Doordat de rioolsleuf van de Kapelstraat het hoofdcomplex van het klooster doorsneed, kon er niet alleen archeologische informatie worden verkregen betreffende de bodemopbouw maar ook over het gebruik van het terrein in de verschillende aangetroffen perioden. Hierdoor konden in ieder geval twee van drie hoofdvragen van het onderzoek worden beantwoord. Ten eerste kwam uit het onderzoek naar voren, dat zich in de bodem nog intacte en behoudenswaardige resten van het klooster bevinden. Daarnaast boden enkele sporen ook inzicht in de verdeling en begrenzing van het toenmalige kloosterterrein. Of er sprake was van meerdere bouwfasen kon helaas niet met zekerheid worden geconstateerd. Desalniettemin konden dankzij de onderzoeksresultaten maar liefst zes afzonderlijke antropogene fasen worden herkend die elk zo hun eigen beeld gaven over de geschiedenis van Thesinge.Het recente onderzoek heeft aangetoond dat zich juist hier nog ongestoorde resten van het klooster in de ondergrond bevinden. Daarnaast kunnen meer resten van de voorafgaande fase worden aangetroffen. Uit de waarnemingen in de gegraven rioolsleuven blijkt dat de bodemopbouw in het gebied grotendeels intact is, hetgeen in overeenstemming is met de bevindingen uit eerder booronderzoek Het gebied binnen de aangetroffen gracht komt derhalve in aanmerking voor een opwaardering van meldingsgebied naar beschermd monument.
Date: 2002