Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de plannen voor de sloop van het huidige zorgcomplex en de sociale huurwoningen op de onderzoekslocatie en de daarop volgende nieuwbouw.In het onderliggende dekzand dient rekening gehouden te worden met ijzertijdsporen en sporen vanaf grotere diepte uit het mesolithicum. Ook archeologische indicatoren uit het paleolithicum zijn mogelijk. Resten van de steentijden (paleo- tot neolithicum) kunnen worden geraakt wanneer sprake is van ontgravingen van bouwputten tot dekzanddiepte. In het onderzoeksgebied zijn in totaal zes boringen gezet. De bodemopbouw in boring 3 was tot onderin de boring verstoord. In de overige boringen is sprake van een verstoorde toplaag tot maximaal 1,0 m-mv.De enige aangetroffen archeologische indicator is een klein fragment 17e of 18e eeuws loodgeglazuurd aardewerk uit een verstoorde bodemlaag in boring 3. Deze indicator is dus niet in situ aangetroffen. Op grond van de resultaten van het verkennend inventariserend booronderzoek wordt de kans op het aantreffen van archeologische resten in het onderzoeksgebied laag ingeschat en bevelen wij aan geen vervolgonderzoek uit te voeren. Het beeld is echter wat beperkt, mede doordat het gebied grotendeels bebouwd is. Hierdoor is er nog geen beeld van de archeologische waarde van het totale plangebied. Het deel waar de parkeerkelder wordt gerealiseerd en waar relatief veel ontgraven zal worden is met het huidige onderzoek nog niet voldoende onderzocht.