In opdracht van Bogor Projectontwikkeling B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Achterdorp en Kattewacht in Dirksland (gemeente Dirksland). In het plangebied zal de huidige bebouwing worden gesloopt en worden vervangen door nieuwbouw. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Op grond van het uitgevoerde bureauonderzoek zijn er sterke aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied, aangezien is vastgesteld dat hier in ieder gevalvanaf het einde van de 17 eeuw en mogelijk nog eerder, bebouwing is geweest. Daarom wordt aan het plangebied een hoge kans op het aantreffen van archeologische (nederzettings)resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd toegekend. Daarnaast geldt een lage verwachting op het aantreffen van resten uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen op het Hollandveen Laagpakket. De kans is aanwezig dat dit veen in het kader van moernering is afgegraven.Het is niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied nog archeologische resten voorkomen. Aangezien het plangebied vrijwel volledig bebouwd is, is een Inventariserend Veldonderzoek uit praktisch oogpunt niet goed uitvoerbaar. Bij de sloop van de huidige bebouwing kunnen echter de eventueel aanwezige archeologische resten reeds worden aangetast, aangezien deze zich relatief ondiep ten opzichte van het maaiveld zullen bevinden. Hetadvies is daarom, de grondwerkzaamheden voorafgaand aan het selectiebesluit archeologisch tebegeleiden (AB/IVO-P), teneinde de op het bureauonderzoek gebaseerde gespecificeerde verwachting voldoende te kunnen aanvullen en toetsen. De archeologische begeleiding dient hetzelfde doel als een inventariserend veldonderzoek door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P). Dit betekent dat indien bij de civiele werkzaamheden toch vondsten of archeologische sporen worden aangetroffen, deze worden geregistreerd en, voor zover dewerkzaamheden dat toelaten, worden gedocumenteerd. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door het bevoegd gezag goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Het verdient verder de aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegd gezag, zoals aangegeven in de Monumen- tenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg.
