Laagland Archeologie heeft in oktober 2023 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Dorpsstraat 37 te Nijeveen. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de bouw van een nieuwe woning op het achterdeel van het erf. Hoewel in het resterende deel van het plangebied geen bodemverstoring is voorzien, is het gehele perceel onderzocht.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Het plangebied ligt in het oude bebouwingslint van Nijeveen. Nijeveen wordt in oude bronnen genoemd rond 1200, maar vermoedelijk kwam de ontwikkeling van het dorp op gang rond 1600. Op oude kaarten is het plangebied in ieder geval sinds 1832 aldoor bebouwd geweest. De huidige woning dateert in origine vermoedelijk uit het begin van de vorige eeuw of eerder. Op basis van het bureauonderzoek geldt een hoge verwachting op resten uit de periode Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Voor resten uit eerdere perioden wordt een lage verwachting aangehouden.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Tijdens het veldonderzoek is in de meeste boringen een ophooglaag aangetroffen met daaronder een moerige laag en intacte podzolbodem. In de ophooglaag zijn resten pre-industrieel baksteen aangetroffen. Binnen de nieuwbouwlocatie zijn in een boring resten van een vermoedelijke fundering of uitbraaksleuf aangetroffen. De hoge verwachting voor resten uit de periode Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd moet op basis van de resultaten van het veldonderzoek gehandhaafd blijven. Op grond van de aangetroffen intacte podzolbodem moet bovendien de lage verwachting voor de periode laat-Paleolithicum ? vroeg-Neolithicum worden opgeschaald naar ?middelhoog?.Op basis van het booronderzoek worden archeologische resten verwacht. Indien hier bodemverstorende werkzaamheden plaatsvinden, is archeologisch vervolgonderzoek van toepassing. We adviseren dit vervolgonderzoek vorm in de geven in een proefsleuvenonderzoek. Hiertoe is een door het bevoegd gezag goed te keuren Programma van Eisen benodigd.Dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Meppel. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, dr. O. Satijn.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).