Opgraving Slotjesveld, voormalige Nazarethkerk gemeente Oosterhout

DOI

Voor het onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd: Zijn er in de ondergrond archeologische resten in de vorm van grondsporen of andere resten zoals vuursteenconcentraties of gebouwplattegronden aanwezig? Nee, de noemenswaardige sporen betreffen vrijwel uitsluitend sloten. Wat is de aard, omvang, datering en conserveringstoestand van de archeologische resten, grondsporen en structuren? Wat kan er in dit verband worden gezegd over de archeologische verwachting in de wijdere omgeving van het plangebied? Van de sloten resteert alleen het onderste deel van de ingraving. Vaak betreft het de oude (venige) waterbodem. Wat is de ruimtelijke spreiding van de archeologische resten en sporen, zowel horizontaal als verticaal/stratigrafisch? De bovengrond is door moderne mechanische middelen binnen het gehele opgravingsvlak volledig verstoord tot circa 0,8 m -mv. Hieronder zijn alleen de dieper ingegraven sporen nog aanwezig. De aanwezige sporen komen verspreid voor binnen het gehele opgravingsvlak. Wat is de geologische/bodemkundige opbouw van het onderzoeksgebied? De bovengrond is tot 0,8 m -mv. verstoord. Hieronder bevindt zich fijn dekzand. Plaatselijk komen in de ondergrond gebieden met meer leem voor en zijn er roestvlekken aanwezig. De hoeveelheid en de breedte van de slootrestanten en de venige vulling (waterbodem) doet vermoeden dat het gebied in het verleden relatief nat is geweest. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig en wat is hun conserveringstoestand? Er is een stuk roodbakken aardewerk aangetroffen. De conserveringstoestand is slecht. Een tweede vondst betrof munitie uit de tweede wereldoorlog. De explosieven zijn afgevoerd en onschadelijk gemaakt. Wat is de fysieke kwaliteit van sporen en vondsten? De aanwezige sporen zijn slechts ten dele intact. Alleen het deel onder de verstoorde bovengrond, over het algemeen het restant van het middel van de sloot/greppel, is aanwezig. Het is niet meer te achterhalen op welke hoogte in het profiel de insteek begon en hoe diep de watergang bij gebruik was. Bevatten de sporen goed geconserveerde paleo-ecologische of zooacheologische resten, al dan niet verbrand of verkoold? Gezien de aard van de sporen (gedempte watergangen met venige waterbodem) kunnen plantaardige dan wel dierlijke resten goed geconserveerd zijn. Deze zijn echter niet aangetroffen. Daarnaast bestond er geen aanleiding (zeef)monsters te verzamelen voor onderzoek naar macroresten. Wat kan op basis van de bodemprofielen en vondsten gezegd worden over de ontginnings- en bewoningsgeschiedenis van het gebied? Door de grootschalige verstoringen is eventuele informatie aangaande het ontstaan van het esdek en eventuele estuin verdwenen. De sloten en greppels hebben allemaal een NNW-ZZO oriëntatie. Deze oriëntering sluit aan bij de richting van de perceelssloten op de zuidelijke helft van de percelen volgens historisch kaartmateriaal. Als wordt uitgegaan dat deze perceellering teruggaat op de middeleeuwse ontginningsrichting dan volgt dat de er in de loop der tijd perceelsgrenzen zijn aangepast door het graven van nieuwe verkavelingsloten waarbij de ontginningsrichting werd gerespecteerd. Wat voegen de resultaten van dit sleuvenonderzoek toe aan hetgeen we nu al weten van de bewoning en het gebruik van het zuidelijk deel van de gemeente Oosterhout? De richting van de in de ontgraving aangetroffen sloten en greppels komt overeen met de richting van de watergangen op historisch kaartmateriaal. Als wordt uitgegaan dat de perceellering van 1832 teruggaat op de middeleeuwse ontginningsrichting dan volgt dat de er in de loop der tijd perceelsgrenzen zijn aangepast door het graven van nieuwe sloten waarbij de ontginningsrichting werd gerespecteerd. Resumerend kan worden gesteld dat als gevolg van de sterke mate van bodemverstoring in de 20e-eeuw (sporen van wielen en een tandenbak in het vlak) de meeste onderzoeksvragen uit het PvE niet, of slechts ten dele kunnen worden beantwoord. Alleen enkele diep ingegraven archeologische sporen in de vorm van greppels en sloten zijn bewaard gebleven. De aangetroffen sporen zijn vrijwel vondstloos en niet erg bijzonder. Er zijn geen sporen aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van ijzertijdbewoning in dit deel van het Slotjesveld. Er is hier dan ook geen sprake van een behoudenswaardige archeologische vindplaats. Advies voor vervolgonderzoek Vrijgave van het plangebied Wanneer bij de uitvoering van de werkzaamheden onverhoopt andersoortige grondsporen en/of vondstenconcentraties worden aangetroffen, dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij bevoegd gezag.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xj3-zgur
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xj3-zgur
Provenance
Creator D.J. la Fèber; H. Koopmanschap
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.H. Arkema; Oranjewoud BV
Publication Year 2020
Rights CC-BY-ND-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-nd/4.0
OpenAccess true
Contact M.H. Arkema (Gemeente Utrecht)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 1724403; 7998; 8225; 846; 2381
Version 1.0
Discipline Humanities