Inleiding
Synthegra B.V. heeft in opdracht van XXXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Hoge Rijndijk 15 te Nieuwerbrug aan den Rijn. De onderzoeklocatie wordt begrensd door huizen, tuinen en weg.
De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie om bijgebouwen te slopen en een groot parkeerterrein te realiseren.
De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 890 m2 met een diepte van minimaal 50 cm beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek
Op basis van bovenstaand bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. De essentie hiervan is weergegeven in tabel 1.
Volgens de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk (afbeelding 11) ligt het
plangebied in een zone met een hoge archeologische verwachting. Het plangebied ligt op de zuidelijke oeverwal van de Oude Rijn, die geschikt was voor bewoning vanaf de Late IJzertijd. Oudere resten zijn vermoedelijk verspoeld door de destijds nog actieve rivierarm. Direct ten zuiden van het plangebied heeft vermoedelijk de Romeinse limes-weg gelopen (idem, oranje lijn). Het gearceerde gebied geeft de verwachte zone aan waarin sporen en vondsten uit deze periode verwacht kunnen worden. Archeologisch onderzoek direct ten noorden van de Hoge Rijndijk heeft uitgewezen dat hier sprake was van bewoning vanaf de 14e/15e eeuw. De Korte Waarder dateert vermoedelijk ook uit de Late Middeleeuwen. De ligging van het plangebied langs en tussen twee dijken die hun oorsprong in de Middeleeuwen kennen, nabij deze vroege bewoningssporen, bevestigen de hoge archeologische verwachting vanaf de Late Middeleeuwen tot de Nieuwe Tijd – zie Tabel 1. Ten zuiden van de Korte Waarder was in ieder geval vanaf het begin van de 19e eeuw sprake van bebouwing.
Archeologische interpretatie veldonderzoek
Het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied intact
Nederzettingsresten uit de IJzertijd tot en met de Nieuwe Tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn mogelijk nog intact. Tijdens het booronderzoek zijn echter geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats uit deze periode.