n het onderzoeksgebied zijn resten van minimaal twee boerderij-erven aangetroffen, die grotendeels werden begrensd door erfgreppels. De resten hiervan zijn opgegraven tijdens onderhavig onderzoek, maar ook tijdens een eerdere begeleiding direct ten oosten van onderhavig onderzoeksgebied. Ter plaatse van het oostelijke erf (min. 40 bij 45 m) werd een hoofdgebouw (ST1; zogenaamd bootvormige huisplattegrond ?Huijbers type H2; ca. 19 bij 8 m) met één (ST2; rechthoekig structuurtje van ca. 6,5 bij 6 m) of mogelijk meer bijgebouwen (cf. enkele kleinere zones met paalkuilen) en twee grote kuilen (S30 en S49) geregistreerd. Ter plaatse van het westelijke erf (min. 35 x 40 m) kon vooralsnog een bijgebouw (ST3; min. 6,5 bij 6 m) en een grote kuil (S59) worden onderscheiden.De sporen kunnen op basis van het geassocieerde gebruiksaardewerk, gestaafd met 14C-dateringen, gedateerd worden in de volle middeleeuwen (12e eeuw, met mogelijk aanvang op het einde van de 11e eeuw). Het vondstmateriaal is nagenoeg allemaal aangetroffen in archeologische sporen, met een nadruk op de (afval)kuilen. Het gebruiksaardewerk bestond uit slechts twee bakselsoorten; aardewerk van het Pingsdorf-type uit de Zuid-Limburgse pottenbakkersindustrie (o.a. Brunssum, Schinveld en omstreken) en witbakkend Maaslands aardewerk (o.a. regio Andenne en Huy). Het kan worde n aangeduid als eenvoudig, vooral onversierd keukengerei in de vorm van kogelpotten, kook- of tuitpotten op lensbodem of standring en enkele drinkbekers. Naast gebruiksaardewerk werd ook in mindere mate natuursteen aangetroffen dat overwegend bestond uit afval en natuurlijke stukken. Twee stenen vondsten zouden als aambeeld en/of hamer/klopsteen kunnen zijn gebruikt.Een opvallende vondst is overigens een halffabricaat van een midden-neolithische bijl uit Lanaye-vuursteen, dat wellicht in de volle middeleeuwen als rariteit is opgemerkt, opgeraapt en bijgehouden. Mogelijk gaat het om een bewuste depositie in een kuil van een hoofdgebouw, maar het kan ook om zwerfvuil gaan.Daarnaast werden ook fragmenten van twee runderbotten aangetroffen; haksporen erop wijzen dat het rund werd geslacht voor consumptie. Tot slot werd ook een ijzeren spijker verzameld, die wellicht gebruikt werd voor een houtbouw-structuur. Op basis van de samenstelling en aard van de vondsten blijkt dat het gaat om typisch nederzettingsafval van doorsnee boerenerven uit de volle middeleeuwen.Er zijn geen vondsten aanwezig die wijzen naar een zekere welvaart van de nederzetting