In opdracht van fam. Th. De Bie heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied De Malapertweg tussen nr. 2 en 4 in Nieuwegein (gemeente Nieuwegein). In het plangebied zal een woning met garage worden gerealiseerd. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Op basis van het bureauonderzoek worden in het plangebied archeologische resten vanaf het Neolithicum verwacht. Sporen uit deze periode zijn aangetroffen op afzettingen van de stroomgordel van Jutphaas, die ook door het plangebied heeft gelopen. Rond het plangebied zelf dateren de meeste archeologische resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd. Derhalve geldt voor waarden uit deze periodes een hoge verwachting. Deze kunnen worden aangetroffen op of in de top van de oeverafzettingen.Aan en direct onder het maaiveld worden archeologische resten verwacht uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Op basis van de grote hoeveelheid waarnemingen rond het plangebied en de aanwezigheid van twee versterkte huizen in de nabijheid, wordt de kans op het voorkomen van de resten hoog geacht. Archeologische resten kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Er moet echter ook rekening worden gehouden met ernstige verstoring van de bodem. Recent onderzoek op een perceel direct ten noordwesten van het plangebied heeft aangetoond dat de oeverafzettingen hier verdwenen zijn.Tijdens het booronderzoek zijn de verwachte afzettingen van de stroomgordel van Jutphaas aangetroffen. Het diepst aangetroffen zandpakket wordt beschouwd als beddingafzettingen van dit systeem. Op basis van de geringe korrelgrootte wordt aangenomen dat de rivier hier niet hard stroomde. Het hierboven gelegen niveau bestaat uit zand met kleilagen, de oeverafzettingen van hetzelfde systeem. Hierboven is ruim een meter dik pakket komklei aanwezig. De top hiervan is omgewerkt, zoals blijkt uit de zandbijmenging en de aangetroffen sintel- en baksteenfragmenten. Er zijn daarom tot een diepte van 70 tot 130 cm geen archeologische sporen te verwachten.ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet.