Van maandag 13 tot en met woensdag 15 november 2006 heeft ACVU-HBS een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied Beesd-Achterstraat 44 met een oppervlakte van 136 m2. De opdrachtgever is dhr. J. van Hoeven. Het onderzoek is in eerste instantie gestart als een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven. In overleg met het bevoegd gezag is overgegaan tot een opgraving.Aanleiding van het onderzoek is geplande woningbouw. Vooronderzoek had uitgewezen datde kans op bewoningssporen uit het verleden reëel was. Het archeologische onderzoek van ACVU-HBS heeft heel wat bewoningssporen en vondsten opgeleverd uit de Volle Middeleeuwen. Grote structuren zoals huizen zijn niet aangetroffen of kondenniet herkend worden door de beperkte oppervlakte. Zes paalkuilen behoren mogelijk tot een hooimijt. In totaal zijn 636 vondsten gedaan. De grootste vondstcategorieën zijn het aardewerk, het dierlijk bot, het metaal en het natuursteen. De hoofdmoot van het aardewerk is te dateren van de tweede helft van de 9de eeuw tot de 11de eeuw na Chr. Dit aardewerkspectrum sluit goed aan met het beeld dat we hebben van rurale woonplaatsen in deze archeoregio. Ouder aardewerk - IJzertijd, Romeinse tijd en Merovingische tijd - is aanwezig maar kan als zwerfvuil geïnterpreteerd worden. Twee botanischemonsters zijn gewaardeerd en bleken arm te zijn aan macrobotanische resten.
Date: 2008-03-18