De geïnterviewde is de Joodse vrouw Lia de Vries. Zij vertelt over haar kindertijd voor de oorlog, over de speeltuin en de Joodse markt waar haar vader bonbons verkocht. Zij hielp hem vaak. Haar vader heeft er alles aan gedaan om zijn gezin aan vervolging te laten ontkomen. Zo zorgde hij voor zogenaamde Calmeyer-stempels (de kinderen kregen op papier slechts 2 Joodse grootouders in plaats van 4, waardoor zij werden vrijgesteld). In 1944 kregen ze de stempels. Voor die tijd liet vader zijn twee oudste dochters onderduiken. De vader van Lia wist veel, kreeg veel voor elkaar, had de juiste contacten en geld om dingen te regelen. Hij is ontsnapt aan razzia op Joodse markt.