Waar zijn binnen het plangebied ontwikkelingen mogelijk zonder verdere archeologische voorwaarden/verplichtingen? Ter plekke van de voormalige bebouwing is de bodem naar verwachting dermate verstoord, dat hier geen intacte archeologische vindplaatsen meer worden verwacht. Tussen de voormalige randfunderingen kunnen eventueel nog wel archeologische resten aanwezig zijn. Het betreft echter naar verwachting slechts restanten van vindplaatsen in een verder verstoord gebied. Eventuele intacte grondsporen zijn op deze locaties weliswaar niet uit te sluiten, maar deze sporen kunnen niet meer in een bredere context worden geplaatst. Geadviseerd wordt om dit gebied vrij te geven voor toekomstige ontwikkelingen. Concreet betekent dit dat indien de nieuwbouw beperkt blijft tot de contouren van de voormalige bebouwing (blauwe lijn in figuur 1) archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is. Dit dient dan wel uit de nog in te dienen bouwtekeningen te blijken. Voor welk deel van het gebied geldt wel een archeologische verplichting en waar bestaat deze uit? Het schoolgebouw werd omringd door een speelplaats, perken, paden en groenvoorzieningen. De verwachting is in dit omringende gebied de bodem in veel geringere mate is verstoord (tot maximaal 30 à 40 cm –Mv). Eventueel aanwezige archeologische resten kunnen hier dan ook nog in relatief onverstoorde context voorkomen. Indien in dit gebied de totale omvang van de bodemingrepen (> 30 cm –Mv) groter is dan 500 m² (vrijstellingsgrens), wordt geadviseerd om een archeologisch onderzoek uit te laten voeren. Dit onderzoek dient te worden uitgevoerd voorafgaand aan de vergunningverlening van de bouw. De uitkomst van dit onderzoek kan namelijk leiden tot nader onderzoek of nadere voorwaarden die in deze vergunning worden opgenomen. In eerste instantie dient dit onderzoek te bestaan uit een bureauonderzoek aangevuld met verkennende boringen. Op basis van dit onderzoek kan vervolgens worden bepaald of verder archeologisch onderzoek noodzakelijk is.

Date: 27/07/2015 (veldwerk)