Voor geïnterviewde 06, 'Elza' (1940), was het een voorrecht dat ze op kostschool bij de ursulinen in Sittard mocht. Voor een boerendochter als zij betekende dat een grote sprong voorwaarts; niet eerder was een meisje uit haar dorp naar de mms gegaan. Geïnterviewde kijkt met overwegend positieve gevoelens terug op haar kostschooltijd, al hekelt ze het onderscheid dat de religieuzen maakten tussen kinderen uit betere en minder gegoede milieus. Elza denkt dat de positieve ervaring voor een belangrijk deel stoelt op de warme band met haar ouders. Ook vriendschappen speelden een belangrijke rol.
In de nasleep van het misbruikschandaal in de katholieke kerk (rond 2010) interviewde schrijver en journalist Truska Bast in de periode 2015-2016 ruim twintig mannen en vrouwen die tussen pakweg 1945 en 1970 op een katholieke kostschool hebben gezeten. Uit wat voor gezinnen kwamen deze kinderen destijds? Wat was de reden dat hun ouders hen naar kostschool stuurden? Hoe zag het dagelijks leven op zo’n school eruit? Wat was bijvoorbeeld de rol van vriendschap? In hoeverre stond het leven in het teken van religie? En hoe kijken de oud-leerlingen terug op deze periode? Aan het woord komen enkele slachtoffers van seksueel misbruik. Zij zijn zwaar beschadigd en worstelen nog altijd met de gevolgen. Anderen, met name vrouwen, hebben ernstig geleden onder de emotionele onveiligheid. Maar er zijn ook oud-leerlingen bij, zowel mannen als vrouwen, die hun ouders dankbaar zijn dat ze naar kostschool mochten omdat zij daardoor een opleiding hebben gekregen die in die tijd elders niet mogelijk was en waarvan ze nog altijd de vruchten plukken. De interviews mondden uit in het boek Uw wil geschiede, Kinderen op katholieke kostscholen, dat in september 2017 verscheen bij uitgeverij Querido.