In opdracht van Provincie Gelderland, Dienst Wegen, Verkeer en Vervoer, BBG heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd in het plangebied N348 Zutphen - Eefde, compensatie waterberging. De plannen voor het gebied hebben betrekking op een ontgronding ten behoeve van de aanleg een waterberging, waarbij het terrein verlaagd wordt tot 5,5 m +NAP of 4 m +NAP in het zuidoostelijke deel van het plangebied ten behoeve van het aanbrengen van een waterpartij. Daarnaast wordt een ecologische oever aan de Eefsche beek aangebracht.Conclusie:Het plangebied kent veel reliëf met enkele plateaus en laagten. Het laagste deel van het plangebied ligt op het talud van de Eefsche beek en loopt via dalranden op naar hoger gelegen bouwland. De bodem in het lagere deel bestaat uit een zwak humeuze bovengrond die direct overgaat in het ongeroerde materiaal van de C-horizont. In de hogere delen op de plateaus verloopt de overgang tussen de zwak humeuze bovengrond en het onderliggende sediment zeer geleidelijk en laagsgewijs. Op de plateaus is bouwkeramiek en houtskool aangetroffen, wat duidt op een nederzetting of huisplaats ter plaatse of in de directe nabijheid.Aanbevolen wordt om bodemingrepen ter plaatse van de zone met een hoge archeologische verwachting te vermijden. Indien dit niet mogelijk is, adviseert BAAC bv op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek dat een archeologisch vervolgonderzoek op het hoger gelegen deel van het plangebied is gewenst in de vorm van een proefsleuvenonderzoek.