In opdracht van de woningcorporatie Veenvesters heeft Sweco Nederland B.V. een
archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek verkennende fase uitgevoerd. Aanleiding voor het onderzoek is de sloop van de ca. 134 woningen en de bouw van nieuwe woningen binnen het plangebied, deelgebied 2 van het deelplan Zuid. Het plangebied is getrokken rondom deelgebied 2.
Het plangebied is gelegen binnen het bestemmingsplan ‘Parapluplan 2020’ van de
gemeente Veenendaal. Volgens dit bestemmingsplan is het gehele plangebied gelegen binnen een dubbelbestemming Archeologie met een middelhoge waarde. Conform de beleidsplannen zijn ingrepen aan de bodem van meer dan 5000 m2 en dieper dan 50 cm niet toegestaan. De bovenstaande vrijstellingsgrenzen worden door de voorgenomen ontwikkeling in het plangebied overschreden (zie paragraaf 2.1.3). Conform het archeologiebeleid is archeologisch onderzoek nodig. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied zich in de Gelderse Vallei bevindt. De Gelderse Vallei is een dekzandgebied dat is gevormd in de laatste ijstijd. Archeologische waarden vanaf het midden Paleolithicum kunnen zich daarom al direct vanaf het maaiveld in de top van het dekzand bevinden. Gezien de bouw van de huidige woonwijk zijn de archeologische waarden uit deze periode die bestaan uit vuursteenvondsten en haardplaatsen zeer waarschijnlijk verstoord geraakt. Daarom is de archeologische verwachting uit het Paleolithicum en Mesolithicum laag. Voor archeologie uit het Neolithicum tot en met de vroege Middeleeuwen is de verwachting middelhoog. De ligging van het plangebied aan de rand van een stuwwal is mogelijk een aantrekkelijk gebied voor bewoning geweest. Ook voor de periode late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd is de verwachting middelhoog. Het plangebied is vanaf de 15e eeuw verkaveld en ook zijn er in het begin van de 19e eeuw aanwijzingen voor een schaapskooi en wat bewoning ten noorden van het plangebied. De kern van de bewoning van Veenendaal zal in eerste instantie echter gelegen zijn rondom de kerk en het marktplein.
De aanleg van de huidige woonwijk zal tevens de nodige bodemverstoringen hebben veroorzaakt die eventuele aanwezige archeologische waarden verstoord kunnen hebben. De archeologische waarden zijn waarschijnlijk vrij ondiep gelegen direct onder een dunne bouwvoor van 30 tot 50 cm dikte.
Uit het veldonderzoek is gebleken dat de bodemopbouw in het plangebied niet intact is. In meer dan de helft van de boringen is er een oude bouwvoor aangetroffen met daaronder dekzand, behorende tot het de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden. In geen enkele boring is er een (deels) intacte podzolbodem aangetroffen onder de oude bouwvoor. Enkel in boring 4 lijken brokjes van een E-horizont voor te komen. In boring 16 is er onder de oude bouwvoor een slootvulling aangetroffen met plantenresten. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt voor het plangebied geen vervolgonderzoek aanbevolen. De voorgenomen bodemingrepen kunnen zonder archeologisch voorbehoud worden uitgevoerd.