Aan de Dorppolderweg 16 in De Lier, gemeente Westland, is een kassencomplex in gebruik door De Bruijn & Zn. B.V. Het voornemen is dat dit kassencomplex opnieuw wordt ingericht en uitgebreid. Deze uitbreiding zal in meerdere fasen plaatsvinden, waarbij ook de inrichting van het terrein wordt aangepast. Uiteindelijk worden in het plangebied ook een bedrijfsgebouw en meerdere waterbergingen aangelegd. Aangezien bij het werk grondroerende werkzaamheden zullen plaatsvinden, kunnen de werkzaamheden een risico vormen voor eventueel aanwezige archeologische resten. Om deze reden heeft Archeologie Delft de opdracht gekregen om in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag een bureauonderzoek uit te voeren. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een archeologische verwachting om inzicht te krijgen in de mogelijk aanwezige archeologische waarden in het plangebied.
Op basis van dit onderzoek geldt in het plangebied een middelhoge archeologische verwachting voor de Romeinse tijd. Vanaf de Romeinse tijd kan er bewoning op de oever- en restgeulafzettingen van de Gantel Laag voorkomen. Deze afzettingen worden op basis van de bekende geologische en archeologische gegevens in het plangebied verwacht, hoewel de exacte verspreiding van deze afzettingen onbekend is. Daarnaast is in de omgeving van het plangebied ook een vindplaats uit de Romeinse tijd bekend. Archeologische resten uit deze periode worden verwacht in de top van de afzettingen van de Gantel Laag. Op basis van het naastgelegen onderzoek worden deze afzettingen op een diepte van 50 cm -mv verwacht. Eventueel aanwezige archeologische resten kunnen zowel bestaan uit nederzettingsresten (kuilen, waterputten, huisplattegronden), als sporen van landschapsgebruik (greppels, dierbegravingen).
Dit betekent dat de beoogde werkzaamheden, met uitzondering op locatie van de huidige watersilo’s, een bedreiging vormen voor het archeologisch relevante niveau. Om deze reden adviseren wij om een vervolgonderzoek plaats te laten vinden om de archeologische verwachting te toetsen. Dit onderzoek kan het beste plaatsvinden in de vorm van een verkennend archeologisch booronderzoek op de plekken waar het bedrijfsgebouw, de waterberging en de nieuwe weg worden aangelegd, inclusief een buffer van 10 meter (afbeelding 8; circa 4,23 ha). Deze delen liggen langs het noorden en oosten van het plangebied en een stuk in het zuiden van het plangebied. Als in de kassen toch grote aaneengesloten graafwerkzaamheden zullen plaatsvinden, dan moeten de gebieden waar deze werkzaamheden plaatsvinden ook worden meegenomen in het verkennende booronderzoek.
De uiteindelijke beslissing over bovenstaand advies ligt bij het bevoegd gezag, in deze de gemeente Westland.
