Op basis van het uitgevoerde bureau-onderzoek leek de onderzoekslocatie op een rivierduin uit het Laat-Glaciaal te liggen. Dit rivierduin is afgedekt door fluviatiele afzettingen van het Wijchens Maasje (actief van 4765 tot 3020 jr BP). De ligging op een rivierduin geeft de onderzoekslocatie een hoge trefkans op archeologische resten vanaf het Laat-Paleolithicum. Op het rivierduin zijn enkele waarnemingen bekend uit de periode IJzertijd – Middeleeuwen. Op afzettingen van het Wijchens Maasje zijn in de omgeving van de onderzoekslocatie archeologische resten bekend uit de (Vroege) IJzertijd tot Late Middeleeuwen.Uit het karterend booronderzoek blijkt echter dat de onderzoekslocatie niet op een rivierduin ligt. Wel zijn er oeverafzettingen van hetWijchens Maasje aanwezig. De oeverafzettingen liggen op een dunne laag komafzettingen met daaronder de Laag van Wijchen en de grove rivierzanden van de Formatie van Kreftenheye. In de top van de oeverafzettingen van hetWijchens Maasje zijn geen sporen van bodemvorming aangetroffen, waaruit blijkt dat deze aantrekkelijk geweest kunnen voor bewoning. Ook zijn er geen geen archeologische indicatoren aangetroffen in de boringen en aan het maaiveld. Op basis van de resultaten van het bureau-onderzoek en het verkennend booronderzoek wordt dan ook geconcludeerd dat er binnen het onderzoeksterrein waarschijnlijk geen archeologische waarden aanwezig zijn, die worden bedreigd door de voorgenomen werkzaamheden.

Issued: 2011-02-04