Rotterdam Charloisse Lagedijk - de Waterdriehoek. Een bureauonderzoek en een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen.

DOI

In opdracht van Waterstad Charlois BV heeft het team Onderzoek en Rapportage van Archeologie Rotterdam (BOOR) in de periode van 15 tot en met 23 januari 2020 een verkennend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het plangebied Charloisse Lagedijk - de Waterdriehoek te Rotterdam, in de gelijknamige gemeente. In totaal zijn verspreid over het plangebied 82 handmatige boringen verricht. Er is geboord vanaf het maaiveld tot maximaal 9,99 m - NAP (8,00 m - mv). Voorafgaand aan het veldonderzoek is voor het gebied een bureauonderzoek gedaan. De onderzoeken zijn verricht, omdat in het plangebied grondroerende werkzaamheden zullen worden uitgevoerd. Deze bestaan onder meer uit de bouw van 78 (voornamelijk) vrijstaande woningen en de aanleg van watergangen. Indien archeologische waarden aanwezig zijn, kunnen deze bij de werkzaamheden worden aangetast of vernietigd.Uit het bureauonderzoek, waarbij onder meer is gekeken naar de historische situatie, de bodemopbouw en de bekende archeologische waarden in (de omgeving van) het plangebied, komt naar voren dat voor het gehele plangebied een onbekende archeologische verwachting geldt voor vindplaatsen uit het Neolithicum en een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de Bronstijd. Vindplaatsen uit deze perioden kunnen aangetroffen worden op eventueel aanwezige oeverafzettingen van de Formatie van Echteld (voorheen Afzettingen van Gorkum) en/of de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer (voorheen Afzettingen van Calais). Daarnaast geldt voor het gehele plangebied een redelijk hoge tot hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de IJzertijd, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen (tot 1373-1375) in de top van het veen van de Formatie van Nieuwkoop (voorheen Hollandveen). Tot slot geldt voor het gehele plangebied een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen van na het midden van de 15e eeuw, toen de Polder van Charlois werd gevormd. De eventueel aanwezige archeologische waarden bevinden zich op of in de top van het overstromingsdek van de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (voorheen Afzettingen van Duinkerke III).Uit het verkennend inventariserend veldonderzoek blijkt dat de diepere ondergrond in het plangebied bestaat uit komafzettingen van de Formatie van Echteld. De intacte top is waargenomen op een gemiddelde diepte van 7,52 m - NAP (5,61 m - mv). Hierboven bevindt zich een veenpakket van de Formatie van Nieuwkoop. De top van het veen, aangetroffen op gemiddeld 3,66 m - NAP (1,73 m - mv), is niet volledig intact aanwezig in het plangebied. Deze is aangetast als gevolg van de erosieve werking van de laatmiddeleeuwse overstromingen van de Riederwaard. Tot slot is op het veen, over het algemeen direct vanaf maaiveld op gemiddeld 1,94 m - NAP, een klastisch pakket van de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren aangeboord. Dit is het overstromingsdek dat is afgezet tussen 1373-1375, de periode van de overstromingen van de Riederwaard, en het midden van de 15e eeuw. De top van het pakket is enigszins geroerd. Deze is verploegd en opgenomen in de huidige bouwvoor. Alleen in boringen 38, 40, 41 en 70 worden de overstromingsafzettingen afgedekt door een opgebracht pakket.In het plangebied zijn tijdens het verkennend inventariserend veldonderzoek geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Daarnaast is gebleken dat er geen stratigrafische niveaus met archeologische potentie (meer) aanwezig zijn binnen de maximale boordiepte. Voor zowel de klastische afzettingen onder en op het veen, als voor het veen zelf geldt een lage archeologische verwachting. Over de dieper gelegen, niet aangeboorde, klastische niveaus kunnen geen uitspraken gedaan worden, waardoor de onbekende archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum vooralsnog gehandhaafd blijft. Opgemerkt wordt dat eventueel aanwezige dieper gelegen stratigrafische niveaus met archeologische potentie enkel bedreigd worden door heipalen ter plaatse van de nieuwe woningen. Concluderend kan dan ook gesteld worden, dat de kans zeer klein is dat bij de geplande werkzaamheden in het plangebied archeologische waarden verstoord zullen worden.Op grond van het bureauonderzoek en het verkennend inventariserend veldonderzoek luidt het (selectie)advies voor het plangebied Charloisse Lagedijk - de Waterdriehoek te Rotterdam dat er in het kader van de voorgenomen werkzaamheden geen voorzieningen hoeven te worden getroffen om archeologische waarden te behouden of te ontzien. Vervolgonderzoek in het kader van de Archeologische Monumentenzorg wordt niet aanbevolen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x2z-euah
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-x2z-euah
Provenance
Creator D.E.A. Schiltmans
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor D.E.A. Schiltmans; Archeologie Rotterdam (BOOR)
Publication Year 2021
Rights CC-BY-SA-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0
OpenAccess true
Contact D.E.A. Schiltmans (Gemeente Rotterdam)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/octet-stream; application/pdf; text/xml; application/vnd.oasis.opendocument.spreadsheet
Size 262263; 13514060; 8196; 23763; 8827; 3031; 2389; 2061314
Version 2.0
Discipline Humanities