Archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie heeft van 8 tot en met 25 juni 2020 een Opgraving - variant Archeologische Begeleiding, uitgevoerd in het Weeshuiscomplex aan de Spieringstraat in Gouda, gemeente Gouda. De aanleiding voor dit onderzoek is de herontwikkeling van het Weeshuiscomplex te Gouda naar een duurzaam multifunctioneel gebouw. De begeleide werkzaamheden bestonden uit het uitgraven van een liftschacht (5,2 m2), een vetput (4,7 m2) en een serre (133 m2 waarvan inpandig 56 m2). De diepte van de bodemverstoring van de serre is 0,60 m –mv (0,08 m +NAP). Langs de randen van de serre waar de fundering komt is tot maximaal 1,0 m –mv (0,32 m -NAP) gegraven. Ter hoogte van de vetput is een diepte tot 1,53 m –mv (0,85 m -NAP) ontgraven en bij de liftput was dit 1,80 m -mv (1,12 m -NAP).
Het doel van het onderzoek is meerledig. Enerzijds is het noodzakelijk om alle archeologische sporen in kaart te brengen die verstoord worden door de herontwikkeling. Anderzijds betreft het hier een gemeentelijk archeologisch monument en is het daarom ook noodzakelijk om de grotere context van de te verstoren archeologische resten in beeld te hebben.
Tijdens het onderzoek zijn vooral sporen uit de Nieuwe en Nieuwste tijd aangetroffen. Het gaat om een goot met waterleiding, enkele planken en muurfunderingen. Het oudste en meest bijzondere spoor is een put of (graf)kelder met menselijke resten (S14). Op basis van het baksteenformaat (25,5x11,5x5 cm) is het mogelijk dat de put of kelder en het botmateriaal uit de tweede helft van de 14e of uit de 15e eeuw dateren. Dit is ook de periode waarin het Sint Margarethaklooster werd gesticht. De bijbehorende kloosterkapel met begraafplaats zou zich ergens in het gebied bevonden kunnen hebben. De menselijke resten zijn van minimaal vijf individuen, waarvan één man die tussen 30 en 60 jaar oud is geworden. Eén schedel is van een vrouw die tussen 40 en 80 jaar is overleden. Van twee schedels kon het geslacht niet bepaald worden. Botten van een kind of tiener wijzen op een vijfde individu. Het is onduidelijk wat het oorspronkelijke gebruik van de rechthoekige gemetselde bak (S14) is geweest. Gezien de menselijke resten van verschillende individuen is het spoor uiteindelijk gebruikt als knekelput.