Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de rondweg 1 te Etten. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een varkensstal. Het plangebied wordt begrensd door weilanden / akkers met een agrarische bestemming. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 2.162 m2 met een diepte van 1.5 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.

Nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn mogelijk nog intact. Tijdens het booronderzoek zijn echter geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats uit deze periode. In de Ap-horizont zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Hieronder is echter een laag aangetroffen die geïdentificeerd kan worden als esdek. Hieronder kunnen IJzertijd sporen worden verwacht, maar door dat het in die tijd een zeer drassig gebied was, kan nog steeds een lage archeologische verwachting voor Neolithicum tot Vroege Middeleeuwen worden aangehouden. Op basis hiervan kan de hoge verwachting voor archeologische sporen uit de Late Middeleeuwen tot Nieuwe Tijd naar laag worden bijgesteld. Daarnaast gaf het bodemprofiel een zeer natuurlijk beeld van het gebied.

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.