InleidingIn opdracht van de heer L. Beck heeft RAAP in november en december 2020 een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Suggelaarsestraat 11 te Oss. In het plangebied zal een nieuwbouwwoning worden gerealiseerd met een omvang van circa 240 m² en diepte van 80 cm –mv. Daarnaast wordt ook een bijgebouw (bungalow) met een omvang van circa 150 m² verwijderd. De bestaande funderingen van het bijgebouw gaan circa 50 cm diep. Er is niet bekend tot hoe diep de sloop zal gaan, maar waarschijnlijk tot circa 50 cm –mv. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.BureauonderzoekOp basis van het bureauonderzoek werd vastgesteld dat zich in het plangebied dekzandgronden bevinden. In het dekzand hebben zich in het oostelijk deel duinvaaggronden gevormd en in het westelijk deel een esdek. In de omgeving van het plangebied zijn vondsten aangetroffen uit het paleolithicum tot en met de nieuwe tijd. Geen van deze vondsten zijn aangetroffen binnen het kader van regulier archeologisch onderzoek. Deze vindplaatsen bevinden zich op eenzelfde landschappelijke eenheid als het plangebied. Op basis van historische kaarten blijkt dat het plangebied tot 1930 dienst deed als akkerland. In 1930 werden er twee gebouwen geplaatst in de noordoostelijke hoek van het plangebied. In de Tweede Wereldoorlog werd er een wapenopstelling geplaatst in het centraalnoordelijk deel van het plangebied. Een wapenopstelling is een ingegraven zone die, in dit geval door de Duitsers, in gebruik was als verdedigingslocatie waar zij met groot materieel in verschanst waren. In 1970 wordt in het oostelijk deel van het plangebied een woonhuis gebouwd. Dit huis brandde in 2019 af. De vijver in het westelijk deel van het plangebied is in 2012 aangelegd.VeldonderzoekOp basis van het veldonderzoek blijkt dat in het plangebied dekzanden aanwezig zijn waarin zich oorspronkelijk veldpodzolgronden hebben ontwikkeld. Het oorspronkelijke reliëf liep van oost naar west af. In het westelijk deel van het plangebied is in de late middeleeuwen vervolgens een esdek opgeworpen. Hierdoor is het huidig reliëf van het plangebied vlak. Het veldonderzoek toont aan dat het gaat om droge en vruchtbare gronden die relatief nog intact aanwezig zijn in het plangebied. Archeologische verwachtingUit het booronderzoek blijkt dat er geen gradiëntzones aanwezig zijn en dat daarnaast geen intact A, E en B-horizont aanwezig is, hierdoor worden geen resten meer verwacht van jagers -verzamelaars vindplaatsen.Voor vindplaatsen vanaf het neolithicum toont het booronderzoek aan dat de bodem vruchtbaar, droog en nog dermate intact is dat archeologische grondsporen te verwachten zijn. De archeologische verwachting voor nederzettingsresten en resten van randactiviteiten uit het neolithicum tot en met de late middeleeuwen, resten van randactiviteiten (specifiek akkers en grondstofwinningskuilen) uit de nieuwe tijd en resten uit de WOII hoeft niet bijgesteld te worden. In het oostelijk deel van het plangebied kunnen deze resten al vanaf 35 cm –mv aanwezig zijn (8,47 m +NAP) en in het westelijk deel vanaf 85 cm –mv (8,22 m +NAP).AdviesOp basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen die in het oostelijk deel van het plangebied gaan plaatsvinden.Voor de bouw van de nieuwbouwwoning wordt geadviseerd om voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden het bouwvlak (advieszone 1) archeologisch te laten onderzoeken door middel van een begeleiding – variant opgraving. Mochten daarbij grondsporen worden aangetroffen dan zullen deze gedocumenteerd en in zijn geheel onderzocht worden. Na het archeologisch onderzoek is het bouwvlak gelijk klaar voor de bouwwerkzaamheden. Voorafgaand aan de archeologische begeleidingen (nieuwbouwwoning en eventueel bijgebouw) dient er een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld.Indien uit deze begeleiding archeologische resten aangetroffen worden adviseren wij het volgende:Mochten tijdens de begeleiding van het bouwvlak archeologische resten aan het ligt komen dan adviseren wij om de sloop van het bijgebouw (bungalow oftewel advieszone 3) ook archeologisch te laten begeleiden.In het overige deel van het plangebied (daar waar geen bouwwerkzaamheden zijn gepland, oftewel advieszones 2 en 4) blijft de archeologische dubbelbestemming in het plangebied gehandhaafd. Hier wordt, aangezien hier geen bouwwerkzaamheden zijn voorzien, geen archeologisch onderzoek aanbevolen. Om verstoring van mogelijke archeologische resten te voorkomen wordt geadviseerd om momenteel hier niet dieper te graven dan de 50 cm –mv (8,47 m +NAP). Na uitvoering van de begeleidingen kan nagegaan worden of de archeologische dubbelbestemming in het plangebied gehandhaafd moet blijven.Indien uit deze begeleiding geen archeologische resten worden aangetroffen adviseren wij het volgende:Aangezien de begeleiding een oppervlak van 240 m² betreft, betekent dit dat volgens het gebruik van proefsleuvenonderzoek (waar circa 10% van het plangebied onderzocht hoeft te worden) dat een zone van circa 2400 m² vrijgesteld kan worden voor archeologisch onderzoek en waar de dubbelbestemming van kan vervallen (weergegeven in figuur 11 als advieszone 4). In het overige deel van het plangebied blijft de archeologische dubbelbestemming in het plangebied gehandhaafd. Hier wordt, aangezien hier geen bouwwerkzaamheden zijn voorzien, geen archeologisch onderzoek aanbevolen. Om verstoring van mogelijke archeologische resten te voorkomen wordt geadviseerd om momenteel hier niet dieper te graven dan de 50 cm –mv (8,47 m +NAP). Na uitvoeringvan de begeleidingen kan nagegaan worden of de archeologische dubbelbestemming in het plangebied gehandhaafd moet blijven.Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Oss, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.
Date: 2020-12-01