RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft op 22 februari 2011 een archeologische begeleiding protocol opgraving uitgevoerd in verband met bouwwerkzaamheden aan de zuidoostrand van Sint-Oedenrode. Het primaire doel van deze begeleiding was om de archeologische verwachting uit het vooronderzoek te toetsen en archeologische resten te documenteren. Indien behoudenswaardige resten aanwezig waren, dienden deze direct opgegraven te worden. Het onderzoek heeft alleen plaatsgevonden in het westelijke deel van het perceel, waarvoor de bouwvergunning aangevraagd werd. Het plangebied ligt op de overgang van het beekdal van de Dommel naar een hogere dekzand¬vlakte. In het plangebied liggen volgens de bodemkaart hoge bruine enkeerdgronden, die de beekafzettingen afdekken. Direct ten oosten van het plangebied ligt een terrein van hoge archeologische waarde. Op deze locatie zijn sporen van bewoning (veelal aardewerk) uit de periode IJzertijd t/m Late Middeleeuwen aangetroffen. Bovendien zijn er ook vondsten uit het Neolithicum/Vroege Bronstijd (o.a. een neolithische vuurstenen spits) gedaan. Gezien de nabijheid van het archeologisch monument direct ten oosten van het plangebied werd verwacht dat ook in het plangebied resten uit deze periode aanwezig konden zijn. Het reeds uitgevoerde booronderzoek in het westelijke deel van het plangebied, waar de toekomstige verstoringen gaan plaatsvinden, heeft echter aangetoond dat de bodem in het plangebied verstoord is tot in de C-horizont. De verstoring is echter van dien aard dat diepere grondsporen wel nog bewaard gebleven kunnen zijn. Tijdens de archeologische begeleiding is de bodemopbouw die verwacht werd op basis van het vooronderzoek bevestigd. De ondergrond bestond uit beekafzettingen waarvan de top vermengd was met het geroerde pakket dat de beekafzettingen afdekte. Van een intact esdek, zoals aange¬geven op de bodemkaart, was geen sprake meer. De aangetroffen sporen zijn alle recent en waarschijnlijk veroorzaakt door de bouw en sloop van een woonhuis, met de daarbij horende kabels en leidingen. Afgezien van wat munten uit de 18e en 19e eeuw , een gesp uit de 19e eeuw en één randscherf roodbakkend, geglazuurd aardewerk uit de Nieuwe tijd, zijn geen vondsten aangetroffen. Het onderzoek heeft echter alleen plaatsgevonden in het westelijke deel van het terrein. In het oostelijke deel, dichter naar het terrein van hoge archeologische waarde, heeft nog geen onderzoek plaatsgevonden. Gezien de nabijheid van het terrein van hoge archeologische waarde dient bij toekomstige werkzaamheden in het oostelijke deel van het plangebied alsnog archeologisch onderzoek plaats te vinden.
Date: 2011-02-22