Laagland Archeologie heeft in april 2021 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Spalstraat 7 te Hengelo. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de geplande bouw van een huis. Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Het plangebied ligt op een dekzandwelving, die deel uitmaakt van een relatief hooggelegen dekzandplateau. In het plangebied is vermoedelijk een veldpodzolbodem aanwezig. Er zijn geen aanwijzingen dat een plaggendek aanwezig is. In de omgeving zijn resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd bekend, een en ander samenhangend met de historische kern van Hengelo. Rond 1711 was het plangebied onbebouwd. De huidige Veemarktstraat waaraan het terrein ligt, was nog niet aanwezig. Rond 1832 is deze weg aangegeven en was het noordelijke deel bebouwd met een schuur. In de navolgende periode is het plangebied onbebouwd gebleven tot circa 1962. Blijkens oude kaarten stond er tot 1976 een gebouw in het noordelijke terrein. Vermoedelijk gaat dit om een schuur. Sindsdien is het plangebied weer vrijwel onbebouwd gebleven. Er worden resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd verwacht. Resten uit oudere perioden worden niet verwacht, al kunnen ze niet uitgesloten worden.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem tot in de C-horizont is verstoord. Er is een dik verstoord pakket aanwezig van minimaal 110 cm en plaatselijk tot 2 m of meer. Op alle diepten binnen het verstoorde pakket zijn baksteenrestjes gezien en in de onderzijde van dit verstoorde pakket is kolengruis aangetroffen, wat impliceert dat het verstoorde pakket tegen het einde van de 19e eeuw of later is ontstaan. Onder het verstoorde pakket ligt een C-horizont. De onderzijde van het verstoorde pakket bevat waarschijnlijk resten van een verstoorde C-horizont. De kans dat het gebied nog archeologische resten met een intacte archeologische context bevat wordt daarom laag geacht. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie.De implementatie van dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Bronckhorst. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, mevrouw A. Lugtigheid – Hendriks. Dit rapport is niet beoordeeld.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).