BAAC bv heeft een archeologisch inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Groenewoudseweg 18 te Cothen. Aanleiding voor het onderzoek is het plan hier een nieuw gebouw te realiseren.Uit een voorgaand onderzoek blijkt dat het plangebied op de stroomgordel van de Kromme Rijn ligt. Gezien de ouderdom van de fluviatiele afzettingen van de meanderende geul binnen het plangebied en de huidige bekende vondstverspreiding, heeft het plangebied een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten vanaf de eerste helft van de vroege middeleeuwen C (620 na Chr.) tot en met de nieuwe tijd B (1850 na Chr.).Er is middels het karterende booronderzoek (10 boringen) een goed beeld verkregen van de geomorfologische opbouw en de bodem intactheid binnen het plangebied. Het plangebied ligt op een iets lagere randzone van een kronkelwaardrug op de stroomgordel. Als gevolg hiervan is de kans op de aanwezigheid van verspoelde indicatoren dan ook groter. Ook leent een wat lager deel van een kronkelwaardrug en een geul zich niet direct voor bewoning. Tevens blijkt uit dit karterende booronderzoek dat binnen het plangebied meer verstoringen voorkomen dan aangenomen in het voorgaande verkennende booronderzoek. Er is geen begraven, oude betredingshorizont (Ap-b-horizont) in de bodem aangetroffen. Er zijn wel wat spikkels houtskool aangetroffen in ondiepe lagen. Deze lagen betreffen echter plaatselijk verspoelde crevasse lagen in de noordelijke lage geul- en randzone. Dit houtskool is hoogstwaarschijnlijk van natuurlijke herkomst en van elders afkomstig en mogen derhalve niet als archeologische indicatoren worden beschouwdBinnen het plangebied wordt op basis van dit karterende onderzoek geen archeologische vindplaats vermoed. BAAC bv adviseert op basis van dit booronderzoek geen vervolgonderzoek voor het gehele plangebied (0,5 ha).
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase). BAAC Rapport V-12.0210
Date: 2012-06-28