Het onderzoek is gelegen op de helling van de Hondsrug. Hiervoor geldt een hoge archeologische verwachting. Het substraat bestaat uit 60 – 100 cm dekzand op mogelijk keileem/zand. In het dekzand wordt een veldpodzolbodem verwacht. De top (20 – 50 cm) is verstoord en in het overige zand zijn geen resten van een podzol gevonden. Dit betekent: a, dat de podzol nooit is gevormd; b, de podzol is afgetopt tot in de C-horizont; of c, de podzol is vergraven. Geconcludeerd moet worden dat de top van de oude bodem is verstoord, en dat er geen intacte vondstenlaag is terug te vinden. Echter, opgravingen aan de Helpermaar (ADC-rapport 1226) geven aan dat sporen van neolithische, ijzertijdse, en middeleeuwse bewoning tot in de C-horizont zijn terug te vinden. Gesteld kan worden, dat de verwachting tot het vinden van archeologisch waardevolle resten uit het Paleolithicum en Mesolithicum gering is, echter dat er een hoge verwachting is op het aantreffen van sporen uit latere perioden.
Issued: 2011-12-14