Synthegra B.V. heeft in opdracht van Bunnik-Projekten een archeologisch verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Lopikerweg Oost 199 te Lopikerkapel. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van een woonwijk.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt 3 hectare. Binnen dit plangebied zullen er bodemverstorende activiteiten plaatsvinden met een diepte van 1,0 meter beneden maaiveld, waarbij heipalen geplaatst zullen worden. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
Op basis van de Gemeentelijke verwachtingskaart heeft het plangebied een middelhoge tot hoge archeologische waarde. De middelhoge verwachting is ontleent aan de aanwezigheid van de Lek, Kapelse en Kortenhoevense stroomgordels in de ondergrond. De hoge verwachting is ontleend aan de aanwezigheid van de dorpskern van Lopikerkapel en geldt voor de strook langs de Lopikerweg Oost conform de gemeentelijke verwachtingskaart.
In de ondergrond zijn drie pakketten aangetroffen die behoren tot verschillende stroomgordels. De Kapel stroomgordel waarvan de top op een diepte van gemiddeld 1,8 meter beneden maaiveld (0,54 meter beneden NAP) is aangetroffen, is het niveau waarop archeologische resten uit de periode Neolithicum tot en met Ijzertijd/Romeinse tijd kunnen worden verwacht. 18 van de totaal 41 boringen uit beide deelgebieden bevatte een laklaag in de top van dit pakket. Een laklaag is een bodemhorizont en geeft aan dat een pakket een tijdje droog heeft gelegen. Ondanks dat deze vrij dun is aangetroffen, kan het een indicatie zijn voor een bewoonbaar gebied en derhalve een kans op archeologische resten. De helft van deze laklaag is aangetroffen op verlandings-(restgeul)afzettingen van de Kapel-stroomgordel, de andere helft op oeverafzettingen. Het onderhavige deelgebied (zwarte grens) is op de rand gezet en derhalve strookt dit met de aangetroffen oeverafzettingen onder de Lek-oeverafzettingen.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag nader archeologisch onderzoek geadviseerd. Het gaat om 15 boringen extra die uitgevoerd kunnen worden met een 7cm edelman en een 3cm guts (methode D1 uit de leidraad karterend booronderzoek) in een zone zoals afgebeeld in de advieskaart om op een dichtheid van 10 boringen per hectare uit te komen.
