Van 17 juli tot en met 30 augustus 2017 heeft RAAP in opdracht van Stichting Landgoed Slot Schaesberg een archeologisch onderzoek uitgevoerd ter hoogte van het 17e eeuwse poortgebouw van kasteel Schaesberg.Onderzoek aan het kasteel kent een lange geschiedenis die terug gaat tot 1881 toen kasteel Schaesberg voor het eerst in kaart werd gebracht door Adolph Mulder, de Rijksarchitect voor de Monumenten. In de jaren 70 en 80 volgden vervolgens opgravingen door ing. Knook van de TH Delft. Tot op heden zijn de resultaten van deze onderzoeken niet uitgewerkt en gepubliceerd. In de afgelopen tien jaar hebben wederom verschillende archeologische en bouwhistorische onderzoeken verder licht geworpen op de geschiedenis van het kasteel. Hoewel deze onderzoeken verschillende nieuwe inzichten hebben opgeleverd, bleven over de oudere verschijningsvorm van het voorhoeverterrein (omvang zowel horizontaal als verticaal, oriëntering, gebouwen, toegang en grachten, ouderdom, etc.) nog vele vragen open. Veel van deze vragen zijn tijdens onderhavig onderzoek (deels) beantwoord. Zo bestaat nu een beter beeld over hoe het oudere poortgebouw er uit gezien heeft. Een datering kan nog niet met zekerheid worden vastgesteld. Tevens zijn meer inzichten verkregen over hoe men het nieuwe poortgebouw heeft gebouwd en rekening heeft gehouden met de oude situatie, zowel vanuit functioneel perspectief (de toegang tot het hoeveterrein diende gegarandeerd te blijven) als met betrekking tot watermanagement. Daarnaast hebben onderzoeken van palynologische en botanische macroresten uit de gracht rondom het oude poortgebouw meer informatie opgeleverd over het landschap rondom het kasteelterrein. Maar misschien nog wel het meest intrigerende is dat het onderzoek (indirecte) aanwijzingen heeft opgeleverd dat reeds voor de bouw van het oude poortgebouw activiteiten op het terrein hebben plaatsgevonden. Zoals het er nu uitziet gaan deze activiteiten al terug tot circa 1200 n. Chr. Het is daarom goed mogelijk het kasteelterrein oorspronkelijk is begonnen als een simpele hoeve die geleidelijk is uitgebreid. Enige argumentatie voor activiteiten aan het begin van de late middeleeuwen rust vooralsnog op de onuitgewerkte vondsten en documentatie van de opgravingen uit de jaren 70 en 80.