Archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie heeft van 22 juli tot en met 25 juli 2024 een Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. Proefsleuven, uitgevoerd aan de Katwijkerweg 1, 3, 13, 15 en 33 in Valkenburg, gemeente Katwijk. De aanleiding voor dit onderzoek is het geplande nieuwbouwproject ‘t Valkentij. Hierbij wordt de bestaande bebouwing gesloopt en vervangen door nieuwe woningen aan de zuidzijde en appartementencomplexen aan de noordzijde. Het doel van het Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. Proefsleuven is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting. De vraagstelling is gericht op het inzicht verschaffen in de archeologische relicten in het plangebied. Bij afwezigheid van archeologische resten dient daarvoor een verklaring gegeven te worden.In totaal zijn tien proefsleuven aangelegd in het plangebied. In iedere werkput is een vlak aangelegd in ophooglagen op ca. -0,1 m NAP tot -0,6 m NAP. In drie werkputten zijn tweede vlakken in de vorm van kijkgaten gegraven op -1,3 tot -1,5 m NAP.Het plangebied aan de Katwijkerweg bestaat uit natuurlijke restgeulafzettingen die bedekt zijn met ophooglagen. Er is geen sprake van een archeologisch niveau in de restgeulafzettingen. Archeologische vondsten uit de ophooglagen dateren de ophoging van het terrein vanaf de 17e-18e eeuw. In de ophooglagen zijn verschillende sporen aangetroffen, voornamelijk steenbouwsporen. Deze zijn te relateren aan een kalkbranderij en een pannenbakkerij uit de Nieuwe tijd.De kalkoven en de ten westen daarvan gelegen bebouwing stammen uit het begin van de 17e eeuw – hoewel op basis van het onderzoek niet volledig kan worden uitgesloten dat de kalkovens ouder zijn. Van de kalkovens resteren alleen nog uitbraaksporen en wat latere (19e-eeuwse) werkvloeren. Van de ten westen gelegen 17e-eeuwse bebouwing zijn alleen nog twee sterk verstoorde en slecht bewaarde funderingen aangetroffen. Ook de latere funderingsresten, die gerelateerd kunnen worden aan de bebouwing op het minuutplan, zijn sterk verstoord door de recente bebouwing.De pannenbakkerij stamt vanaf het midden van de 17e eeuw, maar het merendeel van de aangetroffen sporen wijst op fases van bouw en herbouw in de 19e en 20e eeuw. Ook voor deze sporen geldt dat deze veelal bestaan uit uitbraaksporen en dat de sporen gefragmenteerd zijn door latere verstoringen.Door de slechte fysieke kwaliteit en de matige inhoudelijke kwaliteit wordt de vindplaats gewaardeerd als niet behoudenswaardig.Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek adviseert IDDS Archeologie om het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden. Het bevoegd gezag gaat niet mee in dit advies en beschouwt de aangetroffen resten als behoudenswaardig.